Mensen houden dieren om verschillende redenen, waarvan de voornaamste de gezelschaps- en nutswaarde zijn.  Tot de nutsdieren rekent men ook de proefdieren, als een bron van kennis. Diersoorten die als gezelschapsdier worden gehouden zijn al lang niet meer beperkt tot honden en katten. Ook de gebruikte proefdiersoorten zijn sterk gediversifieerd. Het houden van dieren hield in het verleden vaak een eenzijdig voordeel voor de mens in. Vooral sinds het midden van de 20e eeuw is hier echter verandering in gekomen en wordt er steeds meer aandacht besteed aan het biologisch functioneren, het gedrag en de affectieve staat van dieren. Er is kortom meer aandacht voor de subjectieve ervaring van de dieren zelf en hun welzijnstoestand. Het beoogde onderzoek voor deze financiering spitst zich vooral toe op het gedrag van dieren gehouden als gezelschaps- of proefdier, de gedragsmatige welzijnsindicatoren en de vraag hoe de kennis over dierenwelzijn beter geïntegreerd kan worden in de maatschappij.