Hoewel het gebruikelijk is om waanideeën bij schizofrenie te omschrijven als 'valse overtuigingen', een van de meest recente
sleutelvragen concentreren zich rond hun zogenaamde 'doxastische' status, d.w.z. of wanen al dan niet moeten
gezien worden als een soort van geloof in de natuur. Om dit probleem te bepalen, willen we in deze studie empirisch
onderzoek naar de (niet-) doxastische aard van waanervaring bij patiënten met de diagnose a
schizofrene stoornis. Drie kenmerken van schizofrene wanen zijn geïdentificeerd als relevant
bij dit project: de mate van (1) cognitieve, (2) gedragsmatige en (3) affectieve randvoorwaarden
gemanifesteerd door waanideeën.
(1) Cognitieve begrenzing, d.w.z. hoe goed wanen worden geïntegreerd met andere overtuigingen. Dit Wij
doel om dwarsdoorsnede te bestuderen door patiënten te vergelijken met en zonder actieve wanen op de
relatie tussen inzicht en waanideeën.
(2) Gedragsbeperkingen, d.w.z. hoe vaak onderwerpen op basis van waanideeën. Dit streven we naar
studeer longitudinaal door de relatie te onderzoeken tussen fenomenologische correlaten van waanideeën
(overtuiging, preoccupatie en systematisering) en handelen naar waanideeën.
(3) Affectieve begrenzing, d.w.z. in welke mate onderwerpen subjectieve emotionele responsen vertonen
congruent met de inhoud van waanideeën. Ook hier zullen we in de lengterichting onderzoeken of patiënten
met verschillende waanideeën gedefinieerd in termen van waanvoorstellingen ervaren verschillende soorten
emotie.