Een Afrikaans-Europees consortium van 6 SSA-landen en 3 Europese landen, met 12 partners, stelt een uniek en innovatief schaalbaar trainingsprogramma en netwerk voor dat bevoegde infectieziekte-experts zal opleveren om onderzoek te leiden en aan te sturen van en voor Sub-Sahara Afrika (SSA), op niveaus van vroege carrièrefase (postdoctorale certificering en doctoraat) en middenfase carrière (postdoctoraat) in een geïntegreerd programma van gezondheidsinformatica en datawetenschappen (BRIDGE PROGRAM). Het programmaconsortium zal 5 Centre of Excellence (CoE's) opzetten in SSA-landen (Benin, Ethiopië, Oeganda, Kenia, Rwanda en Zuid-Afrika). De CoE's zullen dienen als trainingsomgeving, veldonderzoeksomgeving en een hub voor geharmoniseerde infectieziekte-gegevens, en allemaal zullen ze kandidaten uit hun landen werven voor certificeringsprogramma's, doctoraats- en postdoctorale beurzen, maar slechts 3 CoE's zullen de instellingen zijn die de graad toekennen. De CoE's die graden uitreiken, zijn geselecteerd op basis van de bestaande capaciteit van de universiteit om een ​​gradenprogramma aan te bieden of zijn gebaseerd op de bestaande partnerschappen tussen geselecteerde SSA-instituten voor volksgezondheid en lokale universiteiten met capaciteit voor gradenprogramma's. Het programma maakt gebruik van de gevestigde samenwerkingen tussen Europese en SSA-instellingen, waarbij gebruik wordt gemaakt van verzamelde medische gegevens, waaronder elektronische gezondheidsdossiers, registers en biobanken. Aan het einde van 54 maanden zal het programma de institutionele onderzoeksleidende capaciteiten hebben versterkt met ten minste 20 stagiairs per CoE met postdoctorale certificering, in totaal 10 afgestudeerden met PhD's en in totaal 4 postdoctorale fellows, bekwaam in het harmoniseren en analyseren van gefragmenteerde grote hoeveelheden data om datagestuurde inzichten af ​​te leiden en gezondheidsbeleid te sturen. De CoE's die zijn ingebed in instellingen voor volksgezondheid, met voortdurende begeleiding van een internationale wetenschappelijke gemeenschap en een kant-en-klare grote hoeveelheid data, zorgen voor de duurzaamheid van training en collaboratief onderzoek buiten de programmasubsidie.