In dit doctoraatsproject staat het gebruik van prentenboeken om de wiskundige ontwikkeling van jonge kinderen (3-6-jarigen) te stimuleren centraal. Daarbij wordt bijzondere aandacht besteed aan de interactie tussen de leerkracht en het kind tijdens het voorlezen van prentenboeken. Het doctoraatsproject zal bestaan uit een reeks van empirische studies in ecologisch valide settings. In elk van deze studies staat de interactie tussen de (toekomstige) leerkracht en het kind tijdens het voorlezen van prentenboeken centraal. Op basis van constaterend onderzoek kan de spontane leerkracht-kind interactie en de afstemming van deze interactie op de wiskundige competenties van het kind in kaart gebracht worden. Via interventiestudies kan ingezet worden op het gericht opleiden en professionaliseren van (toekomstige) leerkrachten om deze interactie te optimaliseren met het oog op maximale leerwinst voor alle kinderen.