-
Natural sciences
- Chemical and physical ecology
- Ecotoxicology
- Anthropological genetics
- Developmental genetics
- Epigenetics
- Genetic predisposition
- Genome structure and regulation
- Population, ecological and evolutionary genetics
- Quantitative genetics
De zebravisfaciliteit heeft in zijn huidige vorm een capaciteit van ongeveer 17.000 volwassen vissen, die worden gehuisvest in 6 "semi-gesloten" recirculatiesystemen (ZebTEC- en WTU-systemen, Tecniplast). Deze systemen zorgen voor automatische watercirculatie, automatische bewaking en weergave van de belangrijkste waterkwaliteitsparameters, zoals temperatuur, pH en geleidbaarheid.
De faciliteit beschikt over een microscopie-eenheid met vier Leica M80 stereomicroscopen, elk uitgerust met een Eppendorf Femtojet-injector en een WPI-micromanipulator. Deze microscopen kunnen worden gebruikt voor fenotypering, sorteren en injectie van zebravisembryo’s/larven.
Daarnaast bevat deze eenheid een Leica M165FC en een Nikon SMZ18 fluorescentie-stereomicroscoop, voorzien van respectievelijk een gevoelige Leica DF450C- en DS-Qi-camera, geschikt voor zowel fluorescentie- als kleuropnamen. Verder zijn er twee omgekeerde Zeiss Axio Observer-microscopen met geautomatiseerde time-lapse-functionaliteiten en 3D-deconvolutie- en apotome-modules. Voor volledige embryo-confocale beeldvorming is een Leica Super-zoom 3D confocale microscoop beschikbaar.
De faciliteit beschikt ook over een immunohistochemische eenheid met een Micron HM355S-microtoom met waterbad en een Leica DM2000-microscoop met camera voor het afbeelden van zebravissecties.
Voor snelle en niet-destructieve genotypering van levende zebravisembryo’s is er een Zebrafish Embryonic Genotyper (ZEG)-apparaat en een sequencing-eenheid beschikbaar.
Daarnaast zijn diverse basale moleculaire technieken geoptimaliseerd en worden ze frequent gebruikt in de faciliteit, waaronder morpholino-gemedieerde gen-uitschakeling, CRISPR/Cas-gemedieerde knock-out en knock-in, transgenese met TOL2- en I-SceI-constructen, whole-mount in situ hybridisatie, qPCR en RNAseq-gebaseerde genexpressie-analyse, evenals verschillende (immuno)kleuringen en beeldvormingstechnieken.
Alle protocollen worden centraal gearchiveerd en zijn daardoor gemakkelijk toegankelijk voor onderzoekers.