Mensen met genderincongruentie ervaren een spanningsveld tussen hun genderidentiteit en het bij geboorte toegewezen geslacht. Velen kiezen voor medische hulp, waarbij genderbevestigende hormoontherapie (GAHT) kan worden gestart. Sinds 2009 is het UZ Gent initiatiefnemer van de multicentrische ENIGI-studie (European Network for the Investigation of Gender Incongruence), waarin de effecten en veiligheid van GAHT worden onderzocht. Uitgebreid onderzoek van de laatste 15 jaren toont aan dat GAHT over het algemeen veilig en effectief is, en goed verdragen wordt, en dat het de levenskwaliteit van transgender personen verbetert. Er is echter weinig bekend over de langere termijneffecten. De huidige focus ligt dan ook bij de ENIGI-10 studie (10 staat voor minstens 10 jaar hormonale transitie) die als doel heeft de langetermijneffecten van GAHT op de algehele gezondheid te beschrijven, met een bijzondere focus op de cardiovasculaire en metabole gezondheid. Studiedeelnemers aan ENIGI-10 worden onder meer ook vergeleken worden met Belgische, niet-transgender (cisgender) controles uit een eerdere bevolkingsstudie, nl. ASKLEPIOS (PI prof. Dr. E. Rietzschel). Uitbreiding van het project naar studiedeelnemers met >20j opvolging wordt ook verder geambieerd. Als gastprofessor bij SDU, Odense, Denemarken is er een bijkomende internationale samenwerking op het cardiovasculaire en metabole thema.

De klinische interesse voor de transgender doelgroep kent bovendien veel nevenprojecten, ook omdat man-vrouw verschillen op genetisch dan wel hormonaal vlak kunnen onderzocht worden. Immunologische verschillen (astma als klinisch eindpunt), effecten van vaccinatie, maar ook HIV prevalentie (Test-and-Tell studie), effecten van GAHT op stem (ism. hoofd-en halschirurgie en logopedie UZ Gent) en HPV-screening incl. beeldvorming van pelviene organen na langdurige GAHT behoren tot de onderzoeksprojecten.

In samenwerking met het Basic and Translational Endocrinology (BaTE) Laboratory, Department of Basic and Applied Medical Sciences wordt een muismodel voor adolescenten in transitie gebruikt voor het documenteren van progesteron additie op een oestrogeenbehandeling. Ook nog wordt in nauwe samenwerking met het Laboratorium voor Hormonologie van de dienst Klinische Biologie (UZ Gent) de klinische relevantie van de bepaling van oxy-androgenen onderzocht, ook met toepassing op de transgender doelgroep.