Het voorgestelde onderzoek beoogt causale verbanden vast te stellen tussen conversationele alignment en taalverandering via gecontroleerde, ecologisch valide experimenten. Sprekers hergebruiken vaak elementen van elkaars taal, automatisch of na negotiatie om conceptuele overeenkomsten te vormen op basis van terminologie (Pickering & Garrod, 2004; Clark & Wilkes-Gibbs, 1986). Voor taalverandering moeten sprekers zich eerst afstemmen op en vervolgens nieuwe uitdrukkingen opnemen in hun eigen taalrepertoire, deze verspreidend via verdere interacties. Huidige studies missen direct onderzoek over en bewijs van hoe afstemming taalverandering beïnvloedt. Ze negeren vaak aspecten van taal in het spontale informele taalgebruik zoals aanspreekvormen en sociale indexicaliteit. Dit onderzoek zal de lacunes tussen corpuslinguïstiek en experimentele psychologie overbruggen, theorieën over alignment en taalverandering verbeteren door de linguïstische, cognitieve en sociale mechanismen te verhelderen die hierbij betrokken zijn. Bovendien zal het onderzoeken hoe taalkundige innovaties gekoppeld aan sociale trends, ideeën binnen gemeenschappen kunnen verspreiden, met implicaties voor diverse maatschappelijke domeinen zoals gezondheid, onderwijs, politiek en recht.