-
Social sciences
- Human rights law
- Other law and legal studies not elsewhere classified
-
Medical and health sciences
- Other health sciences not elsewhere classified
"... [De verzoekster] is nu [28] jaar oud[,] ... heeft een progressieve opvoeding genoten en heeft zich duidelijk uitgesproken tegen [vrouwelijke genitale verminking (VGV)]. ... [zij] kan niet worden beschouwd als een bijzonder kwetsbare jonge vrouw [...] [die een reëel risico loopt opnieuw te worden verminkt indien zij naar Guinee wordt teruggestuurd". Met deze woorden beoordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens de vrees voor vervolging van een Guinese verzoekster om internationale bescherming als niet geloofwaardig. De hoofdreden voor het afwijzen van verzoeken om internationale bescherming op grond van seksueel of gendergerelateerd geweld (SGG) is de ongeloofwaardigheid. Deze geloofwaardigheidsbeoordelingen zijn vaak gebaseerd op stereotiepe, oppervlakkige, onjuiste of ongepaste percepties van gender. In strafrechtelijke context worden dergelijke percepties geconceptualiseerd als ‘verkrachtingsmythes’: bevooroordeelde, stereotiepe of onjuiste opvattingen over verkrachting. De hypothese dat dit fenomeen zich over verschillende sociale en institutionele contexten voordoet, doet de vraag rijzen: ‘Welke inzichten kunnen worden getrokken uit de toepassing van het concept verkrachtingsmythologie op de context van geloofwaardigheidsbeoordelingen van SGG-verzoeken in de Europese verzoekprocedure om internationale bescherming? (verdergaand dan alleen 'verkrachting' als type van SGG). Om een antwoord te formuleren, hanteert dit onderzoek een gemengde methode van dataverzameling, gebaseerd op 3 complementaire bronnen: de bestaande literatuur (via een literatuuranalyse), de asielinstanties (via een rechtspraakanalyse en een KAP-enquête) en de verzoekers zelf (via kwalitatieve interviews). Deze triangulatie van input zal niet alleen bijdragen tot een groter inzicht in de verzoekprocedure om internationale bescherming en de uitdagingen daarin voor verzoekers met een SGG-gerelateerd vluchtverhaal. Het zal ook de verdere theoretisering toelaten van de verkrachtingsmythologie en van nieuwe mythen toegepast op nieuwe asielspecifieke vormen van SGG. Dit onderzoek wordt begeleid door Prof. Dr. Ellen Desmet (promotor, Faculteit Rechten) en Prof. Dr. Ines Keygnaert (co-promotor, Faculteit Geneeskunde) en wordt gefinancierd door het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen (FWO).