De Prosperpolder te Beveren wordt heringericht als een natuurgebied (plas- en oevergebied) ter compensatie van de uitbreiding van Verrebroekdok en de opgave van de Verrebroekse Plassen in het kader van het GRUP 'uitbreiding havengebied Antwerpen'. Hierbij worden dijken, plassen, grachten, eilanden, stuwen, overlopen en in- en uitlaatconstructies in de polder aangelegd.

De Prosperpolder-Zuid behoort tot de Wase Scheldepolders. Deze regio heeft een zeer hoog potentieel aan archeologisch erfgoed. De afdekking door veen en alluviale sedimenten zorgen voor een zeer goede bewaring van de prehistorische en historische landschappen en vindplaatsen maar bemoeilijken anderzijds ook de detectie ervan. Gezien de indijking van Prosperpolder pas in de 19de eeuw plaatsgreep, kan de afdekking door veen en alluviale klei een dikte aannemen van een 5-tal m.

Gezien de vermoede dikte van de afdekking wordt geopteerd voor geofysisch onderzoek aangevuld met paleolandschappelijke validatieboringen. Deze opdracht beoogt een evaluatie van deze procedure en omvat 2 evaluatiefasen:

Fase 1: Geofysisch onderzoek d.m.v. elektromagnetische inductie. Voor deze fase werd het plan van aanpak opgesteld door partner 1 ORBit-UGent.

Fase 2: Aanvullende paleolandschappelijke boringen. Voor deze fase werd GATE als UGent spinoff uitgenodigd om een voorstel tot plan van aanpak op te maken op basis van een gelijkwaardige partnerschap met ORBit-UGent. Partner 2 GATE heeft hiervoor de vereiste ervaring, en er werd reeds meerdere malen tussen ORBit en GATE samengewerkt waardoor de wisselwerking optimaal kan verlopen.