-
Humanities and the arts
- Medieval history
Tussen ongeveer 950 en 1050 komen in de Zuidelijke Nederlanden een aantal grote tot zeer grote steden tot stand, onder meer Atrecht, Gent, Brugge en Ieper. Hun ontstaansvoorwaarden waren een hoogproductieve landbouw, de connecties tussen gespecialiseerde economische regio’s en een textielnijverheid met een verregaande graad van arbeidsdeling. Vanaf 1050 tot 1300 nam die groei exponentieel toe. Op enkele eeuwen tijd kwam er aan de Noordzeekust een voor die tijd merkwaardige maatschappij tot stand waarin dertig procent van de bevolking in de secundaire of tertiaire sector actief was en in steden woonde. Het probleem is echter dat het bij gebrek aan kwantitatieve gegevens heel moeilijk is de precieze chronologie, conjunctuur en intensiteit van die groei te meten. In dit verkennend project zullen een aantal interdisciplinaire methodologische lijnen worden ontwikkeld om verschillende soorten proxies voor deze groei te identificeren: prijzen en lonenreeksen, nederzettingsgeschiedenis, topnymie, hongersnoden, monetaire gegevens, en in samenwerking met archeologen de interpretatie van dendrochronologische en andere archeometrische data.