-
Agricultural and food sciences
- Veterinary microbiology
EHV-1 veroorzaakt respiratoire, reproductieve en neurologische problemen, resulterend in financiële verliezen in de paardenindustrie. In België zijn er enkel geïnactiveerde vaccins beschikbaar dat enkel een partiële bescherming geeft. Een intranasale vaccinatie is te prefereren, omdat een EHV-1 infectie een volle bescherming van 6 maanden geeft. Twee intranasale, geattenueerde EHV-1 virussen werden ontwikkeld in het lab van de promotor. Eén is genetisch gD gedeleteerd maar fenotypisch gD gecomplementeerd (EHV1 gD-/+). Een tweede produceert een oplosbare gD (EHV1 gDs/+), welke meer neutraliserende antistoffen opwekt. EHV1 gD-/+ infecteert epitheliale cellen en spreidt beperkt celgeassocieerd; nieuw gevormd virus (EHV1 gD-/-) is niet langer infectieus. In het project zullen de vaccinkandidaten in vitro getest worden (vermeerderingskinetieken in neusmucosa-explanten, primaire respiratoire epitheelcellen en monocyten/T-lymfocyten; testen van de afwezigheid van virustransmissie van geïnfecteerde leukocyten naar endotheelcellen) and in vivo (veiligheid en werkzaamheid; intranasale vaccinatie met het meest geschikte kandidaatvaccin en challenge 4 weken later). Vervolgens zal een vreemd gen (HA van equine influenza virus) geïntroduceerd worden in het gG gen van het kandidaatvaccin en zal de vectorfunctie getest worden in vitro en in vivo. Voor het laatste zal de veiligheid en immunogeniciteit getest worden (inductie van neutraliserende antistoffen tegen EHV-1 en EIV).