-
Medical and health sciences
- Mental healthcare services
Naast de enorme toename van etnische diversiteit in Europese samenlevingen, is gelijkheid van zorg voor mensen met een migratieachtergrond een belangrijk beleidsdoel geworden. Uit recente cijfers blijkt echter dat er in dit opzicht nog een lange weg te gaan is. Een zorgwekkende bevinding is dat mensen met een migratieachtergrond ondervertegenwoordigd zijn of zelfs afwezig zijn in ambulante en residentiële GGZ-diensten, ondanks de hogere prevalentie van depressie bij minderheden in vergelijking met niet-minderheden. In deze studie willen we licht werpen op deze paradox door te onderzoeken of er onbedoelde discriminatie zou kunnen bestaan in de houding en aanbevelingen van huisartsen (huisartsen) en aanbevelingen met betrekking tot behandeling en verwijzing. Huisartsen zijn over het algemeen het eerste aanspreekpunt voor patiënten met psychische problemen. Als poortwachters beslissen zij of patiënten al dan niet worden doorverwezen naar gespecialiseerde GGZ-diensten op basis van hun beoordeling van de ernst en impact van de waargenomen symptomen. Recente onderzoeken uit de Verenigde Staten geven echter aan dat deze aanbevelingen vertekend kunnen zijn door onbewuste reacties. Huisartsen kunnen onbedoeld stereotypen toepassen bij het beoordelen van patiënten, wat de potentie heeft om hun gedrag en besluitvorming te beïnvloeden. Dus als negatieve stereotypen over mensen met een migratieachtergrond op de loer liggen in het onbewuste van huisartsen, zal discriminatie waarschijnlijk een rol spelen tijdens medische ontmoetingen. Tot op heden hebben slechts enkele studies mogelijke discriminatie in de gezondheidszorg in de Europese context onderzocht en ze hebben zich allemaal gericht op patiënten met functionele beperkingen of hebben onderzoeksmethoden gebruikt die ruimte voor discussie bieden. De huidige studie heeft tot doel deze onderzoeksstroom uit te breiden door mogelijke discriminatie aan te pakken in de aanbevelingen van huisartsen aan minderheidspatiënten met psychische problemen in de Belgische context, door gebruik te maken van onderzoeksinstrumenten die een groot potentieel bieden voor het identificeren van discriminatie.
België is om twee redenen een uitstekende case om dit onderwerp te bestuderen. Ten eerste maken relevante verschillen tussen Vlaanderen, Wallonië en Brussel (bv. Het aandeel van minderheidsinwoners, de organisatie van de geestelijke gezondheidszorg) het mogelijk om de contextafhankelijkheid van onopzettelijke discriminatie te onderzoeken. Ten tweede zouden federale initiatieven die bedoeld zijn om de toegankelijkheid van zorg te vergroten (zoals interculturele bemiddeling) mogelijke regionale verschillen kunnen verkleinen en het potentieel van dergelijke instrumenten kunnen onderzoeken om onbedoelde discriminerende praktijken bij huisartsen te verminderen. We zullen een mixed-method studie uitvoeren waarin zowel kwantitatieve als kwalitatieve benaderingen zullen worden gebruikt voor triangulatiedoeleinden. De kwantitatieve gegevensverzameling zal bestaan uit online enquêtevragenlijsten die een scriptvideo-vignet bevatten. Er worden drie verschillende videovignetten gebruikt waarin elke factor (bijv. Geslacht, leeftijd, fysieke kenmerken) vergelijkbaar zal zijn, behalve etniciteit en migratiestatus. De kwalitatieve gegevensverzameling omvat een combinatie van diepgaande semi-gestructureerde interviews en focusgroepen met huisartsen die ermee instemden deel te nemen aan een vervolgonderzoek. Kortom, we willen attitudes en gedragingen van huisartsen identificeren en interpreteren en deze vertalen in een constructieve kennis en een trainingstool die helpt om onbewuste stereotypering en mogelijk onbedoelde discriminatie te voorkomen. Hiermee hopen we uiteindelijk de ongelijkheden in de toegang tot geestelijke gezondheidszorg tussen patiënten met en zonder migratieachtergrond te verkleinen