Geactiveerde stellaatcellen zijn spelen een actieve rol in de ontwikkeling van fibrose. De signalen die stellaatcellen omzetten in pathogene myofibroblasten blijven grotendeels onbekend. Ons labo heeft onlangs aangetoond dat elke stellaatcel gekoppeld is aan een Kupffer cel (KC) in de gezonde lever. Wanneer KCs sterven, bevorderen de stellaatcellen de recrutering van monocyten en hun differentiatie tot KC's door de productie van instructieve signalen. In fibrotische levers van muizen en mensen gaat de progressieve activatie van stellaatcellen gepaard met de verdwijning van KCs en pro-fibrotische stellaatcellen zijn niet langer gekoppeld aan KCs. Ik stel de hypothese voorop dat de relatie tussen KCs en stellaatcellen wederzijds voordelig is en dat KCs een sleutelrol spelen in het voorkomen van stellaatcelactivatie. Ik heb recent een muismodel geïdentificeerd waarin het uitschakelen van een receptor voor een van de stellaatcel-afgeleide instructieve factoren leidt tot KC depletie, wat resulteert in een lever waarin de meeste stellaatcellen niet gekoppeld zijn aan een KC. Deze muizen ontwikkelen spontaan fibrose, wat mijn hypothese versterkt dat KCs cruciaal zijn om stellaatcellen quiescent te houden. Ik zal scRNAseq en spatial transcriptomics gebruiken om stellaatcellen, al dan niet gepaard met een KC, te bestuderen. Ik wil hierdoor ontdekken hoe KCs and stellaatcellen interageren, in de hoop om de KC-afgeleide signalen te ontrafelen die stellaatcellen quiescent houden.