-
Natural sciences
- Quaternary environments
- Palaeo-ecology
- Plant ecology
-
Humanities and the arts
- Landscape archaeology
Vóór het grootschalig gebruik van steenkool was houtskool de belangrijkste brandstof voor tal van (proto)industriële activiteiten, in het bijzonder voor ijzerproductie. Houtskool werd geproduceerd in houtskoolmeilers, die gesitueerd waren in de toenmalige bossen. In NW-Europa zijn nog talrijke archeologische resten van deze houtskoolmeilers, daterend van de ijzertijd tot in de postmiddeleeuwse periode, bewaard in de bodem. Deze vormen een belangrijke maar weinig geëxploiteerde bron van informatie over de verspreiding en de samenstelling van bossen gedurende de laatste c. 2500 jaar. Het project WOODCHAR zal op basis van de taxonomische identificatie van houtskool bewaard in deze meilers en de ruimtelijke en chronologische analyse van deze structuren de samenstelling en dynamiek van bossen gedurende de laat-holocene periode bestuderen. Daarnaast zal ook bestudeerd worden wat de relatie is tussen deze bosdynamiek en de evolutie in nederzettingspatronen en (pre)historische metaalproductie.