Project

Identificatie en koolstofdatering van organisch materiaal in archeologisch aardewerk - ORG-ID

Acroniem
ORG-ID
Code
12W2323
Looptijd
01-02-2023 → 01-05-2025
Financiering
Federale middelen: divers
Onderzoeksdisciplines
  • Humanities
    • Archaeology of the Low countries or Belgium
    • Material culture studies
    • Prehistory and protohistory
    • Methods in archaeology
Trefwoorden
aardewerkanalyse koolstofdateringsmethode
 
Projectomschrijving

ORG-ID wil de dateringsmogelijkheden voor archeologische sites uitbreiden door middel van AMS 14C-datering van plantaardige verschralers bewaard in aardewerk. Het bepalen van de chronologie van archeologische sites in België is vaak een uitdaging door de slechte bewaring van organisch materiaal. Als er organische resten bewaard zijn gebleven, is hun verband met de menselijke activiteiten niet altijd duidelijk en/of kunnen ze afwijkende dateringen opleveren door een oud hout- of reservoireffect. Aardewerk daarentegen is een veelvoorkomende vondst op archeologische sites en heeft een direct chronologisch verband met de menselijke activiteiten. In België, en bij uitbreiding in NW-Europa, werd plantaardig materiaal toegevoegd als verschralingsmiddel aan keramiek vanaf het neolithicum tot de vroege middeleeuwen (ca. 5000 v. Chr. - 800 n. Chr.). Het wordt bewaard als verkoolde resten in het aardewerk en kan worden geëxtraheerd voor AMS 14C datering. Tot nu toe is deze dateringsmethode echter nog maar zelden toegepast in NW-Europa. ORG-ID zal het chronologisch potentieel onderzoeken van plantverschraling in aardewerk van archeologische vindplaatsen uit het neolithicum tot de middeleeuwen, met Belgische vindplaatsen als voorbeeld. De plantensoorten die werden gebruikt als verschraling in dit aardewerk zullen worden geïdentificeerd met behulp van een combinatie van petrografische analyse, röntgen μCT en SEM-analyse. Dit zal interessante inzichten opleveren in de aardewerktechnologie en ons informeren over het chronologisch potentieel van de plantverschraling, aangezien alleen terrestrische planten betrouwbare dateringen opleveren. Daarnaast zullen we verschillende methoden testen voor de extractie van de plantverschraling uit aardewerk, om de bemonstering voor AMS 14C-datering te optimaliseren, en voor de chemische voorbehandeling van dit materiaal voorafgaand aan AMS 14C-datering, op zoek naar de meest effectieve methode. Ten slotte zal de betrouwbaarheid van de dateringen van plantaardig aardewerkverschraling worden geëvalueerd door ze te vergelijken met beschikbare, betrouwbare dateringen van ander (organisch) materiaal van dezelfde vindplaatsen. Op basis van de resultaten van een recente pilootstudie hebben we vertrouwen in de haalbaarheid van dit project. Het zal nieuwe mogelijkheden openen om archeologische sites in België te dateren, inclusief sites waarvoor andere dateerbare materialen grotendeels ontbreken. De methodologie die in dit project werd ontwikkeld voor het dateren van plantverschraling kan ook worden toegepast op archeologische sites in andere landen.