Dit project bestudeert de formele en semantische eigenschappen van argumentstructuurconstructies in het Nederlands en het Afrikaans, vanuit het theoretische perspectief van de constructiegrammatica, veelal op basis van corpusdata. Er ligt een sterke klemtoon op variatie en verandering, zowel diachrone variatie als synchrone variatie langs geografische, sociale, stilistische enz. lijnen. Ik beperk me daarbij niet tot de algemene standaardvariëteiten (d.w.z. Nederlands, Belgisch en Surinaams Nederlands, Standaardafrikaans), maar richt de blik ook op regionale variëteiten (bv. de Vlaamse dialecten, het Kaaps) en de inzet van constructies in specifieke genres (bv. de taal van de sportverslaggeving of fictioneel proza). Het project draagt bij aan de theorievorming rond constructionele verandering, productiviteit van constructies, de aard en impact van interconstructionele links in het grammaticale netwerk en de aard van constructionele betekenis.