In 1890 riepen Warren en Brandeis het einde van de privacy af, omdat fotografie en de krant onderneming binnengedrongen de particuliere en huishoudelijke leven: "Wat wordt gefluisterd in de kast zal worden uitgeroepen vanaf de daken "(p.195). Meer dan een eeuw later, met de opkomst van sociale netwerkdiensten, contextbewuste technologieën en nieuwe technologische ontwikkelingen zoals de Internet of Things, het discours dat privacy als sociale constructie niet zal overleven, domineert nog steeds publiek debat. In tegenstelling tot dit discours suggereert privacyonderzoek echter dat gebruikers zelfs jongeren, geven om privacy en streven naar het herstellen van grenzen in netwerkomgevingen. Het hoofddoel van het project is om privacy in hedendaagse media verder te adresseren en te begrijpen omgevingen, door te onderzoeken hoe tieners onderhandelen over privacy bij het gebruik van een dergelijk platform, namelijk locatiegebonden sociale netwerken (LBSN). LBSN zijn platforms waarin tieners locatiegebaseerd delen informatie met andere leden (bijvoorbeeld Swarm). Deze platforms worden steeds populairder in hedendaagse mobiele jeugdcultuur (MYC). Veel aandacht is besteed aan traditioneel sociaal media (bijvoorbeeld Facebook) en individuele informatiecontrole, minder is bekend over hoe (locatie) privacy wordt onderhandeld in LBSN en hoe MYC de privacypraktijken vormt. Dit project zal kwalitatief worden aangenomen onderzoeksontwerp waarin tieners worden voorzien van een stem om na te denken over hun ideeën en ervaringen van privacy.