-
Social sciences
- Macroeconomic policy, macroeconomic aspects of public finance and general outlook
- Belgian public administration
Met de invoering van het decreet Buitenschoolse Opvang en Activiteiten (BOA) ondergaat het landschap van buitenschoolse opvang een hele omwenteling waarbij lokale besturen voor de opdracht staan om uiterlijk vanaf 2026 samen met allerlei partners een opvang- en vrijetijdsaanbod voor schoolkinderen op te zetten. Deze studie bestudeert de financiële noden die gerelateerd zijn aan dit BOA-decreet. De studie wil een diepgaande analyse van de financieringsstromen en de aanwending van de middelen AS IS voorleggen en tevens de implicaties van de TO BE situatie in kaart brengen. De studie zal van start gaan met het verzamelen van de financiële gegevens via de neergelegde rekeningen bij ABB en het VLaams Subsidieregister. Ook wordt relevante data gehanteerd afkomstig van de betrokken administraties. Verder wordtenbij 7 gemeenten exploratieve gesprekken afgenomen om het terrein te verkennen en alle belangrijke determinanten die bij de trekking van de steekproef moeten in aanmerking genomen worden te identificeren.
In een tweede fase wordt een diepgaand case-onderzoek gevoerd bij 10 gemeenten die in samenspraak met de stuurgroep gekozen worden. Doel is hier verdere inzichten te verwerven in het aanbod, de organisatie en financiering van de buitenschoolse opvang en activiteiten. Bijzondere aandacht ging hierbij uit naar de interne samenwerking met de diensten jeugd, cultuur, vrije tijd en sport en met externe partners. Ook werd meer in kaart gebracht of en hoe vandaag de regiefunctie werd vorm gegeven. Concreet werden volgende gesprekspartners gecontacteerd: de BOA-verantwoordelijke, de bevoegde schepen, de financiële dienst,de administratieve verantwoordelijke van de relevante diensten waarmee intern werd samengewerkt in het kader van de buitenschoolse activiteiten (jeugd, cultuur, vrije tijd, sport), de directies van scholen die in de gemeente tevens opvang verzorgen, de externe partners/zorgbedrijven die betrokken zijn bij BOA. Behalve een inventarisatie van de hoe de toestand vandaag is, gaat bij de interviews ook aandacht uit naar hoe de situatie zal wijzigen, naar de regierol en naar hoe de gemeente in de toekomst denkt de financiering op te zetten.