Spasticiteit, een kenmerk van het bovenste motorneuron syndroom, leidt vaak tot gewrichtsdeformaties en contracturen door spieronevenwicht. In de bovenste extremiteit omvat het typische patroon interne rotatie van de schouder, flexie van de elleboog, pronatie van de onderarm, flexie en ulnaire deviatie van de pols, duim-in-hand deformiteit en zwanenhals- of gebalde vuistdeformaties van de vingers. Deze spastische deformiteiten ontstaan door overactieve flexor-, adductor- en pronatorspieren, gecombineerd met verlamde extensor- en supinatorspieren. Huidige chirurgische ingrepen, zoals peesverlenging en transfers, richten zich op de gevolgen voor het bewegingsapparaat, maar pakken de onderliggende spasticiteit niet aan.

Selectieve neurectomie, een chirurgische zenuwprocedure, biedt een veelbelovende aanpak door gedeeltelijke resectie van de motorische zenuwen van spastische spieren, wat direct de spastische tonus vermindert zonder de spierkracht aan te tasten. Recente anatomische studies tonen de haalbaarheid van het combineren van selectieve neurectomieën met zenuwoverdrachten om zowel spasticiteit als spierzwakte aan te pakken. Zo hebben technieken zoals de brachioradialis-naar-extensor carpi radialis longus (ECRL) transfer en hyperselectieve neurectomieën in de onderarm veelbelovend gebleken in kadavermodellen.

Deze studie heeft tot doel nieuwe zenuwoverdrachten te identificeren en hun anatomische haalbaarheid te verifiëren voor de behandeling van spasticiteit in de bovenste extremiteit. Bovendien zullen we de klinische resultaten van deze gecombineerde procedures evalueren, een gebied dat tot op heden nog niet is onderzocht. Dit onderzoek kan een baanbrekende aanpak bieden in de chirurgische behandeling van spasticiteit, door zenuwoverdracht en selectieve neurectomietechnieken te integreren om de motorische functie in balans te herstellen.