-
Humanities and the arts
- Modern and contemporary history
- Critical heritage
-
Social sciences
- Radical and critical sociology, feminist studies
- Social movements and collective action
- Ethnicity and migration studies
In de historiografie over vrouwenbewegingen van na 1970 in Nederlandstalig België ontbreekt een focus op antiracisme. Dit onderzoek verbreedt verbreedt deze visie aan de hand van intersectionaliteit en transnationaal feminisme als analysekader en als middel voor sociale rechtvaardigheid. Dit wordt vertaald naar drie onderling verbonden onderzoeksdoelen die overkoepeld worden door het metahistorische concept van historische cultuur. Ten eerste analyseert dit onderzoek de historische cultuur waarin de blindheid voor (anti-)racisme zich heeft ontwikkeld in de geschiedschrijving over vrouwenbewegingen van na 1970. Ik focus hierbij op drie invloedrijke domeinen: de memoires van witte progressief-linkse feministen, de academische cultuur gericht op vrouwenbewegingen van na 1970 en de archieven gericht op feminisme en sociale bewegingen. Ten tweede daagt dit onderzoek structurele witheid in de geschiedschrijving uit door de historische cultuur te analyseren van actoren die omwille van hun focus op zowel anti-seksisme als antiracisme gemarginaliseerd zijn in de geschiedschrijving over vrouwenbewegingen na 1970. Ten derde analyseert dit onderzoek een 'historische tegencultuur' van epistemisch activisme tegen de blindheid voor (anti-)racisme in de geschiedschrijving en vraagt het zich af hoe ook dit onderzoek zich kan verhouden tot aspecten van epistemische rechtvaardigheid.