-
Social sciences
- Criminal law
- Procedural law
In het huidig Belgisch strafrecht is de draagwijdte van de onopzettelijke misdrijven te ruim. Zelfs een lichte fout kan al strafbaar zijn, bijvoorbeeld in de context van de onopzettelijke slagen en verwondingen. In het nieuw Strafwetboek wordt daarom een inperking van het begrip onachtzaamheid vooropgesteld.
Dit leidt echter tot tal van consequenties op strafprocesrechtelijk vlak. Waar de huidige ruime invulling zorgt voor een brede bevoegdheid van de strafrechter om schadevergoeding toe te kennen, zal in de toekomst de vraag rijzen in welke gevallen en in hoeverre de strafrechter daarvoor nog bevoegd zal zijn. Immers, niet in ieder geval zal een fout die aanleiding geeft tot aansprakelijkheid en schadevergoeding, nog een misdrijf uitmaken en uitmonden in een strafrechtelijke veroordeling. Eén van de oplossingen bestaat uit de mogelijkheid voor de strafrechter om zelf de zaak voor te leggen aan de burgerlijke rechter. Hoewel deze oplossing beantwoordt aan de nood van consistentie in het recht, blijven vele vragen onbeantwoord, zoals betreffende de verhouding met het bestaande mechanisme van het aanhouden van de burgerlijke belangen. Een andere vraag is het effect van deze hervorming in het strafrecht op het gezag van gewijsde, het principe dat onderlinge afstemming beoogt van de beslissing van de strafrechter en die van de burgerlijke rechter. Tot slot moet ook de impact op andere facetten van het strafprocesrecht worden onderzocht, zoals de rol van het slachtoffer en de verdeling van de bewijslast.