Project

Alternerende werkwoorden in het Roemeens: Een studie van hun syntactisch gedrag en productiviteit

Code
01P04422
Looptijd
01-11-2022 → 31-10-2025
Financiering
Gewestelijke en gemeenschapsmiddelen: Bijzonder Onderzoeksfonds
Mandaathouder
Onderzoeksdisciplines
  • Humanities
    • Corpus linguistics
    • Diachronic linguistics
    • Grammar
    • Psycholinguistics and neurolinguistics
    • Syntax
Trefwoorden
Roemeens afwisselende predikaten productiviteit
 
Projectomschrijving

Dit project onderzoekt alternerende predicaten in het Roemeens (Ma irita zgomotul, lit. me.ACC irriteert lawaai.het.NOM vs. Zgomotul ma irita, lit. lawaai.het.NOM me.ACC irriteert), en hun evolutie in een theorie-geïnformeerd empirisch onderzoek. Alternerende predicaten komen voor in verscheidene Indo-Europese (IE) talen en zijn een type van oblieke subject constructie. Ze alterneren twee verschillende – en diametraal tegenovergestelde – argumentstructuren: DAT-NOM / NOM-DAT en ACC-NOM / NOM-ACC (Barðdal et al. 2019). De argument structuren van het type DAT-NOM en ACC-NOM zijn meestal geanalyseerd als gevallen van topicalisatie (Dobrovie-Sorin 1987). Wanneer de volgorde van de argumenten DAT-NOM of ACC-NOM is, neemt de datief of de accusatief echter de subject rol op zich, terwijl het in de NOM-DAT of NOM-ACC constructie de nominatief gedraagt zich als subject. Het Roemeens vertoont een opmerkelijk groot aantal accusatieve subject constructies, zoals blijkt uit een eerdere pilotstudie. De vraag rijst dus hoeveel van de accusatieve subject constructies alternerend zijn in het Roemeens, en of de alternerende constructie een innovatie is, die productief is geworden in de geschiedenis van deze taal, of eerder een Indo-Europese erfenis is. Dit project onderzoekt de productiviteit van de constructie vanuit een diachroon en synchroon perspectief, en combineert corpus analyses met psycholinguïstische experimenten.