Jaarlijks verlaten 11.000 mensen de gevangenis in België, waarbij ze 2 grote uitdagingen tegenkomen: re-integratie in de samenleving en stoppen met criminaliteit. Hoewel peerprogramma’s een transformerend potentieel hebben om deze uitdagingen aan te pakken, ontbreekt fundamentele kennis over hoe, voor wie en onder welke omstandigheden deze programma’s zinvolle veranderingen teweeg kunnen brengen. PIP wil daarom de uitkomsten, mechanismen, en onderliggende contextfactoren van peerprogramma's in gevangenissen onderzoeken. PIP zal baanbrekende inzichten opleveren, waarmee academici en professionals worden voorzien van een radicaal nieuw begrip van hoe ze door peerprogramma’s de gevangeniservaring kunnen hervormen en re-integratie en desistance kunnen bevorderen. Verankerd in realist science, start PIP met het ontwikkelen van initiële programmatheorieën via realist reviews, experteninterviews en participant-observaties in het buitenland (WP1). In het participatief actieonderzoek worden 4 proeftuinen gecocreëerd, die elk rigoureus geëvalueerd worden via een multimethod-framework dat kwalitatieve methoden (vb. observaties en ripple effect mapping) combineert met kwantitatieve tools zoals enquêtes (WP2). WP3 identificeert generatieve mechanismen en contextfactoren over de proeftuinen heen, resulterend in een verfijnde middle-range theorie over peerprogramma's in de gevangenis. In co-creatie met stakeholders, leidt PIP tot 7 resultaten: 4 innovatieve peerprogramma's, overzichtsrapport van (inter)nationale inspirerende praktijken en innovaties, een co-creatie- en implementatiemodel met mechanismen en contextfactoren, proces- en uitkomstevaluatietoolkits voor professionals en gedetineerden, evidence-based beleidsaanbevelingen en innovatief lesmateriaal voor scholen. Het co-creatieproces zorgt ervoor dat de resultaten niet alleen innovatief zijn, maar ook nauw aansluiten bij de reële behoeften en ambities van degenen die ze zullen implementeren en ervan zullen profiteren.