Bantu-talen zijn de grootste taalfamilie van Afrika, die in vrijwel alle gebieden van Afrika onder de
evenaar. In zuidelijk Afrika blijven echter kleine groepen die talen van een heel andere taal spreken
familie, de zogenaamde "klik" -talen, die Khoisan-talen worden genoemd. Dit zijn
gesproken door de eerste bevolkingsgroepen van Zuid-Afrika, die in contact kwamen met de sprekers van Bantu
talen toen ze zo'n 2000 jaar geleden in zuidelijk Afrika aankwamen. Dit contact met sprekers
van radicaal verschillende talen zorgde ervoor dat de talen van de migrerende Bantu-sprekers veranderden,
door het aannemen van woorden, geluiden en grammaticale patronen uit Khoisan-talen. Zoals het welbekend is
dat het soort taalverandering dat plaatsvindt in contactsituaties wordt bepaald door het sociale
omstandigheden, kunnen we de sociale instellingen van eerdere contactsituaties bestuderen door naar de
taalkundige sporen die bewaard worden in de talen van vandaag. Deze resultaten uit de taalkunde kunnen zijn
gecombineerd met inzichten uit onderzoek in moleculaire antropologie, die de populatie bestudeert
geschiedenis door naar DNA van moderne individuen te kijken. Deze hebben dat historisch al aangetoond, mannen
van Bantu afkomst getrouwd vrouwen met een Khoisan achtergrond, maar dat de integratie van Khoisan
mannen in Bantu-samenlevingen waren veel zeldzamer. Dit project zal inzichten toevoegen uit het veld van
taalkunde voor deze bevindingen, om te begrijpen hoe migrerende Bantu-sprekers en bewoner zijn
Khoisan-sprekers hebben interactie gehad in zuidelijk Afrika.