-
Humanities and the arts
- Cultural history
- Comparative literature studies
- Modern literature
Tot nu toe richtte het onderzoek naar reisverhalen zich vooral op de visuele ‘blik’ van reizigers op buitenlandse mensen en locaties. Om ook niet-visuele gewaarwordingen te belichten, onderzoekt dit project het samenspel van geluiden, smaken, geuren, en texturen in niet-fictieve gepubliceerde reisverslagen. We passen deze benadering toe op de ervaring van barre landschapstypen in Zuidoost-Europa en West-Azië, zoals die opgetekend werd door tegen-culturele schrijvers in het Frans, Engels, Duits en Nederlands tijdens het interbellum. Het project beoogt om te bepalen welke materiële, intellectuele, sociale, en tekstuele factoren de vertelde beleving van landschappen vormgeven. Die factoren worden onderzocht via vier verschillende onderzoekspaden die gebruikmaken van methodes uit de materiële geschiedenis van reispraktijken, de interdisciplinaire studie van de zintuigen, een actor-relationele benadering, en de opkomende narratologie van de zintuigen. We ambiëren om een traditie van reisverhalen in kaart te brengen die – door de invloed van bewegingen zoals het primitivisme en het vitalisme – voortkomt uit een ‘zwervende’ reispraktijk, van alle zintuigen gebruik maakt, en zo gekenmerkt wordt door alternatieve manieren om een buitenlandse omgeving te kennen, emotioneel te beleven en te tekstualiseren. Dit project zal zo niet enkel de visuele bias van de huidige geschiedenis van reisverhalen herzien, maar ook een sensoriële methode ontwikkelen om het genre te bestuderen.