-
Medical and health sciences
- Respiratory medicine
- Immunology not elsewhere classified
De prevalentie van astma is voor de puberteit het hoogst bij jongens maar deze neemt sterk af rond de puberteit. Op volwassen leeftijd is twee derde van de astmapatiënten een vrouw, bovendien is dit vaker ernstig astma en gaat dit gepaard met een lagere levenskwaliteit. Naast genetische factoren en omgevingsfactoren lijken geslachtshormonen, met name testosteron (T), een belangrijke rol te spelen in de pathogenese van astma. Hoewel er ook op immunologisch vlak reeds epidemiologische verschillen tussen mannen en vrouwen gekend zijn, zijn de precieze mechanismen en de individuele invloed van T en oestradiol (E2) onafhankelijk van andere geslachtsafhankelijke factoren (vb.
geslachtschromosomen) nog onduidelijk. Bij transgenderpersonen die een gender-bevestigende hormonale behandeling opstarten zullen de directe effecten van geslachtshormonen longitudinaal worden onderzocht, onafhankelijk van genetische factoren. Onze hypothese luidt dat testosteron een immunomodulerend effect heeft en luchtwegklachten onderdrukt door een shift in circulerende immuuncellen die een rol spelen in luchtweginflammatie. In de ENIGI-long cohorte studie in het UZ Gent zullen we respiratoire klachten en veranderingen in longfunctie bij transgenderpersonen onder hormonale therapie nauwkeurig opvolgen. Met behulp van flowcytometrie zal er enerzijds naar verschillen in circulerende immuuncellen gekeken worden, anderzijds zal de rol van geslachtshormonen in astma ontrafeld worden op moleculair niveau.