Wetenschappers waarschuwen dat affectieve polarisatie - de neiging van kiezers om aanhangers van rivaliserende politieke partijen te wantrouwen en zelfs te haten - afbreuk kan doen aan de toewijding van burgers aan de principes en normen waarop democratieën zijn gegrond (d.w.z. democratische steun). Binnen de academische literatuur is er veel speculatie over de mogelijke politieke gevolgen van affectieve polarisatie op democratische steun, maar empirisch bewijs is tot dusverre niet eenduidig. Dit gat in de literatuur wordt in dit project aangepakt door uitgebreid te onderzoeken in hoeverre affectieve polarisatie de democratische steun van burgers in Europa ondermijnt. Dit project vertaalt de zorgen over de gevolgen van affectieve polarisatie in een theoretische en empirische onderzoeksagenda door (1) te bestuderen hoe affectieve polarisatie en democratische steun zich tot elkaar verhouden, (2) het ontwikkelen en testen van een causaal mechanisme tussen affectieve polarisatie en democratische steun, en (3) de conditionaliteit te onderzoeken van de gevolgen van affectieve polarisatie op de verliezers en winnaars van belangrijke politieke beslissingen. Methodologisch maak ik gebruik van cross-nationale surveys en survey-experimenten. Dit project biedt innovatieve theoretische en empirische inzichten in een belangrijke vraag die centraal staat in het hedendaagse wetenschappelijke debat: In hoeverre bedreigt affectieve polarisatie de kwaliteit en stabiliteit van democratieën?