Het voorgestelde project richt zich op de geschiedenis van de Baohua-berg van de late Ming tot de midden Qing-periode (zeventiende–achttiende eeuw), waarbij gefocust wordt op de oprichting en ontwikkeling van de Vinaya-traditie (monastieke discipline). Onderzoekers aanvaarden over het algemeen dat de Baohua-berg het vooraanstaande centrum werd voor het geven van ordinaties en Vinaya-instructie tegen het begin van de twintigste eeuw. Toch heeft de vorming en ontwikkeling van deze invloedrijke traditie relatief weinig wetenschappelijke aandacht gekregen. In dit licht zal mijn onderzoek putten uit een schat aan primaire bronnen om de geschiedenis van de Vinaya-traditie op de Baohua-berg te reconstrueren. Mijn onderzoek beschouwt deze geschiedenis als bestaande uit drie verschillende periodes: (1) vroege pogingen om het boeddhisme op de Baohua-berg nieuw leven in te blazen in het begin van de zeventiende eeuw; (2) hervormingen door twee belangrijke abten in het midden van de zeventiende eeuw, die de status van de Vinaya-traditie op de Baohua-berg versterkten; en (3) de proliferatie van subscholen en de conceptualisering van een nieuwe genealogie die aan de de basis ligt van een gerevitaliseerde Vinaya-traditie aan het einde van de zeventiende en in de achttiende eeuw. Met dit onderzoeksproject wil ik een waardevolle bijdrage leveren aan het breder wetenschappelijk onderzoek naar de aard, het patroon en het tijdspad van de boeddhistische heropleving die begon tijdens de late Ming.