Project

Lichaamsculturen in beweging

Code
bof/baf/4y/2024/01/209
Looptijd
01-01-2024 → 31-12-2025
Financiering
Gewestelijke en gemeenschapsmiddelen: Bijzonder Onderzoeksfonds
Onderzoeksdisciplines
  • Humanities and the arts
    • Asian history
    • Cultural history
    • Early modern history
    • Literary studies not elsewhere classified
    • Sociology of literary texts
  • Social sciences
    • Sociology of sport and physical activity
Trefwoorden
gezondheid ideologie lichaam
 
Projectomschrijving

Met de toekenning van de onderzoeksmiddelen zal ik het onderzoekscentrum voor "Body Cultures in Motion" dat ik heb opgericht verder willen uitbouwen en zowel binnen de universiteit als ook internationaal verder verankeren.

Het concept van "performing bodies" naast 'figuraties' richt zich op historische en culturele “bewegingen van lichamen” en “bewogen lichamen” en de sociale, politieke en mediagerelateerde technische beperkingen. De onderzoeksgroep brengt onderzoekers uit verschillende vakgebieden samen en richt zich op lichamelijke praktijken en de relatie tussen lichaam en performance - met inachtneming van de complexe en steeds veranderende geschiedenis van deze termen. Sleutelaspecten van culturele studies zoals individuele, collectieve en culturele identiteiten, perceptie en interpretatie, zelfbevestiging, gendertaken, cultuur van herdenken en gedenken, worden benaderd voorbij statische beschrijvingen van symbolische systemen in overweging van relativiteit en effectiviteit die de beperkingen van afzonderlijke disciplines opheffen. Bepaalde concepten worden als cruciaal beschouwd in de benadering van de onderzoeksgroep: 1. Lichamelijke praktijken en semantiek van lichamen die zich concentreren op praktijken die collectieve waardesystemen creëren, behouden, reproduceren en veranderen; 2. Het lichaam gezien als een procesmatige, historische en veranderbare/wijzigbare entiteit terwijl ze tegelijkertijd de functionaliteiten en fixaties van het lichaam realiseren (Foucault, Butler et al. ), die niet werken via bewustzijn of zintuiglijke waarneming of niet uitsluitend plaatsvinden tussen mensen (bijvoorbeeld Animal Studies in termen van de mens als dier onder anderen); 3. Het lichaam als communicatiemedium zoals culturele technieken, of lichamen als geagiteerde en gedestabiliseerde plaatsen, die permanent de grenzen verleggen, maar ook lichamen als object van orde en productie van kennis (genderstudies, dramaturgie, enz.) 4. Het lichaam als het “eerste en meest natuurlijke instrument van de mensheid” (Mauss) dat in staat is specifieke lichamelijke technieken te cultiveren en te professionaliseren, zowel in de “Zweiheit” (“dualiteit” volgens Gugutzer) van het tastbare lichaam en het ontastbare lichaam als de plaats van zintuiglijke waarneming en subjectconstructie.

De bedoeling is vooral in te zetten op workshops en conferenties die specialisten in de verschillende onderzoeksgebieden samenbrengen en die uiteindelijk in een duurzame samenwerking resulteren. Vanuit het uitbouwen van een groter netwerk en het publiceren van de onderzoeksresultaten in open source creëren wij grotere zichtbaarheid. Bovendien hopen wij door de grote zichtbaarheid ook doctoraatsstudenten en postdocs aan te trekken. Binnen het centrum zijn er op dit moment drie onderzoek pijlers waarbij ook collega’s van de vakgroep als ook collega's van andere universiteiten bij zijn betrokken:

  1. Het lichaam als medium in reisliteratuur: Dit project is initieel een project van de DFG (Deutsche Forschungsgemeinschaft) en ons onderzoekscentrum werd uitgenodigd om deel uit te maken van dit onderzoeksproject:https://www.uni-koblenz.de/de/philologie-kulturwissenschaften/forschung/traveling-bodies-bodies-and-corporeality-in-travel-literature. Wij gaan de samenwerking met dit project versterken en ook collega's van andere disciplines (Afrika, letterkunde) aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte bij dit project betrekken. De basispremisse van het project is het conceptuele verschil tussen de belichaamde ervaring zoals die wordt verwoord in de teksten en de belichaamde ervaring van de empirische reiziger tijdens het reizen. Het onderzoek richt zich op de percepties en ervaringen van de 'reisschrijver', d.w.z. een mediafiguur, de 'ik' of 'mij' in de tekst, die deel uitmaakt van de tekstuele representatie. De gearticuleerde en geënsceneerde lichamelijke ervaringen van de reisschrijver staan in een complexe relatie tot de werkelijke ervaring van reizigers, evenals de tradities, conventies en prefiguraties die verbonden zijn aan het schrijven van reizen. Het netwerk werkt met voorbeeldanalyses van teksten, in verschillende talen, die gebaseerd zijn op feitelijke reizen, omdat kan worden aangenomen dat er een continuïteit is (hoe complex ook, “palimpsestisch”, herzien en herschreven) tussen de 'feitelijke' belichaamde ervaring van de reiziger en de articulatie en enscenering ervan in de tekst. Om te voorkomen dat bepaalde praktijken van reizen of articulaties van reiservaringen worden uitgesloten, zullen we werken met een brede definitie van het schrijven van reizen. Gericht op verschillende onderwerpen die belangrijk zijn voor het reizende lichaam, zullen benaderingen en hun theoretische en methodologische implicaties worden besproken en onderzocht op hun waarde en productiviteit voor het veld van het schrijven over reizen in het algemeen. Het werk van het netwerk zal toegankelijk worden gemaakt in de vorm van een publicatie.
  2. Olympische Spelen, sport en natie: Deze pijler binnen de center focust tot op dit moment vooral op Japan, maar met de bedoeling om ook hier buiten de context van Japan te gaan en de focus op de Oost-Aziatische context te leggen. In toekomst is het de bedoeling om deze pijler te internationaliseren en vooral de Oost-Aziatische context te bestuderen. Een eerste workshop met Koreaanse en Duitse collega’s in Münster was veelbelovend en er zijn verdere workshops en publicaties gepland. Ook het recent opgerichte Olympische Study Center in Gent zal bij deze pijler worden betrokken. In de afgelopen jaren hebben de Olympische Spelen steeds meer negatieve media-aandacht gekregen vanwege omkoopschandalen in het biedingsproces, dopingzaken, schulden van de organiserende steden, gedwongen uitzettingen vanwege de bouw van stadions, negatieve gevolgen van de Spelen voor het milieu, enz. Het Olympische motto citius, altius, fortius is ontmaskerd als een anachronisme dat zelfs als nutteloos kan worden beschouwd voor een millennium dat de mensheid de grenzen van de groei laat zien en de gevolgen van een ideologie die enkel en alleen competitie en het nastreven van records aanbidt. Bovendien blijft het Olympische idee, dat in feite gebaseerd is op negentiende- en vroeg-twintigste-eeuwse filosofie en ideologie, ondanks het internationalisme en de claim mondiaal en universeel te zijn, in essentie eurocentrisch. In deze context worden de huidige Olympische Beweging en de recente Olympische Spelen kritisch onder de loep genomen en worden de hele ideologische en filosofische fundamenten in twijfel getrokken. Vervolgens staan niet alleen de huidige Spelen in het middelpunt van de publieke en mediakritiek, maar worden ook de erfenissen van voorbije Spelen opnieuw bekeken, opnieuw geïnterpreteerd en getoetst aan en uitgedaagd door de kennis en waarden van onze tijd.
  3. Het lichaam, gezondheid en ideologie: Binnen het project hebben we ons gericht op het populariseren van medische teksten, ideologie en de “vernacularisatie” van medische kennis over gezondheid en lichaam en hebben we laten zien hoe ethische en politieke discoursen werden ingeschreven op het lichaam als regels of regimes om lichamen te creëren die zowel fysiek als moreel 'gezond' waren. We hebben dit onderzoek ook al gekoppeld aan ons onderzoek naar reizende lichamen en we hebben geanalyseerd hoe gepopulariseerde ideeën over het lichaam en ideologie met elkaar verbonden zijn door in het bijzonder in te gaan op het reizende lichaam in de Edo-periode. Reizen wordt in dit deel van ons project gezien als een handeling die plaatsvindt op het kruispunt van historische, geografische (ruimtelijke), culturele, sociale, economische, politieke en ideologische condities en omstandigheden, die de perceptie en de (lichamelijke) ervaringen van de reiziger beïnvloeden. De overgebrachte werkelijkheden als zodanig zijn gebaseerd op discursieve uitdrukkingen van “pre-reflectieve correspondentie tussen lichaam en wereld”, en als zodanig kunnen ze alleen maar corporealiteit bemiddelen. Uiteindelijk hebben we nog een onderzoeksproject toegevoegd aan dit deel van ons project, dat zich richt op de gezondheid van prostituees in de drie belangrijkste gesloten kuruwa (“plezier”) districten van de Edo-periode in Japan, namelijk die van Shimabara (Kyoto), Shinmachi (Osaka) en Yoshiwara (Edo) en de manier waarop prostitutie en gezondheid werden ingekaderd binnen een Neo-Confuciaanse context. Binnen ons project streven we ernaar om verder aan te sluiten bij en specialisten samen te brengen die werkzaam zijn in verschillende en vaak verschillende vakgebieden in Japan, de VS en Europa, van medisch historici en historici van het gedrukte boek tot literatuurwetenschappers en kunsthistorici. Een van de strategieën tot nu toe was om ook de Japanse onderzoeksgemeenschap in ons vakgebied te bereiken door Japanse sprekers uit te nodigen en in Japanse tijdschriften te publiceren. Hoewel deze tijdschriften misschien laag scoren op de Vlaamse tijdschriftclassificatie-index, openen ze nieuwe netwerkmogelijkheden.