Het centrale doel van dit project is om de ervaringsmechanismen in de ontwikkeling en instandhouding van wanen in schizofrenie-spectrum stoornissen te ontrafelen. Hiervoor hanteert het Waanzinnig Door Ervaring project een fenomenologische benadering die focust op de rol van verstoringen in de ervaring van zelf en realiteit in waanformatie. Drie centrale ervaringsverstoringen zullen bestudeerd worden: hyperreflexiviteit, verminderd gevoel van zelf, en verstoorde grip op realiteit. Het effect van context, emotieregulatie-strategieën, en individuele verschillen op het dynamisch verloop van deze zelf-realiteitsverstoringen wordt eveneens bestudeerd. De centrale hypothese is dat verstoringen in zelf en realiteit het totstandkomen en behoud van waanepisodes kan voorspellen. Om deze hypothese te valideren wordt gekozen voor een mixed-methode benadering waarbij intensieve longitudinale meetmethodes (ESM) en kwalitatief onderzoek worden gecombineerd. Deze benadering laat toe om wanen te bestuderen als een ervaringsgedreven, dynamisch, contextueel en persoon-specifiek fenomenen. De resultaten van dit project kunnen toelaten om een nieuw begrip te bereiken van hoe wanen worden gevormd en behouden met potentieel cruciale implicaties voor hun klinische benadering en behandeling.