Dit project onderzoekt een onderbelicht element in het Belgisch grondwettelijk recht, namelijk de interne rechterlijke onafhankelijkheid, dat wil zeggen de onafhankelijkheid van rechters ten opzichte van actoren binnen de rechterlijke macht zelf. Daarbij zal vooral de onafhankelijkheid ten opzichte van de rechtbankvoorzitters centraal staan. Deze voorzitters zijn doorheen de jaren steeds machtigere actoren binnen de Belgische rechterlijke macht geworden. Tegelijkertijd is er anekdotisch bewijs dat deze voorzitters hun machtige posities soms misbruiken en druk zetten op lagere rechters. Het project is gebaseerd op een combinatie van klassiek juridisch onderzoek en empirische methoden (interviews en/of surveys). Het uiteindelijke doel van het onderzoek is om na te gaan of de interne rechterlijke onafhankelijkheid voldoende wordt beschermd binnen de Belgische rechtsorde, zowel in het wettelijk kader als in de praktijk.