Lumbale discectomie (i.e. operatief verwijderen van een hernia) wordt frequent uitgevoerd in België (>12.000 ingrepen/jaar) ter behandeling van lumbale radiculopathie. Het behandelsucces is wisselend en tot 41% van de patiënten rapporteert postoperatief persisterende pijnklachten, en lijden aan het failed back surgery syndroom (FBSS). Blijvende klachten bij FBSS worden tot op heden vooral symptomatisch behandeld (pijnstillers, enz) eerder dan vanuit een biopsychosociaal perspectief. Teneinde een gerichte en effectieve behandelstrategie te ontwikkelen, is het cruciaal om inzicht te krijgen in de aspecten waarin personen met persisterende klachten na lumbale discectomie verschillen van diegenen zonder aanhoudende klachten. Verschillende factoren zoals type chirurgie, spier en psychosociale disfuncties dragen hiertoe bij. Hoewel in de wetenschappelijke en klinische literatuur verondersteld wordt dat ook disfunctionele pijnverwerkingsprocessen hierbij een belangrijke mechanistische rol spelen, is dit tot op heden nauwelijks onderzocht. Deze kennis is echter cruciaal om het volledige mechanistische plaatje van pijngeneratoren en potentiatoren in FBSS te schetsen. Daarom zullen we onderzoeken of residuele, persisterende klachten na lumbale disectomie bij radiculopathie verklaard kunnen worden door onderliggende disfunctionele pijnverwerkingsprocessen en of een klinisch classificatie-algoritme kan worden gebruikt om het dominante pijnmechanisme bij deze patiënten te identificeren.