Aandoeningen van het binnenoor (gehoorverlies, evenwichtsstoornissen) zijn een frequente reden voor artsenbezoek, en desondanks blijft het pathofysiologisch mechanisme vaak onduidelijk. Proefdieronderzoek bij cochleovestibulaire aandoeningen is relevant omdat de binnenoorstructuren van de muis grotendeels vergelijkbaar zijn met de mens. Zowel objectieve gehoor- als evenwichtstesten zijn goed beschreven bij de muis, hoewel een volledig vestibulair bilan vaak ontbreekt. Met dit project willen we de pathofysiologie en lokale behandelingsopties van bepaalde binnenooraandoeningen onderzoeken. We hebben reeds preliminair werd uitgevoerd omtrent murine cytomegalovirus (mCMV) en gehoorverlies, wat ons toelaat over te gaan naar het testen van therapeutische opties. Het antivirale ganciclovir toonde reeds veelbelovende resultaten bij het gehoorverlies van cCMV doch de systemische toedieningswijze wordt beperkt door bijwerkingen. Daardoor willen we lokale injecties door het trommelvlies met ganciclovir en met corticosteroïden testen. Een tweede target is het cochleovestibulair verlies bij ototoxische chemotherapie. Zowel cisplatinum als carboplatinum kunnen binnenoorschade geven. De pathofysiologie van cisplatinum werd reeds bestudeerd bij muizen doch een valide muismodel voor carboplatinum, dat op een andere manier werkt dan cisplatinum (verborgen gehoorverlies) is er nog niet. Momenteel werken we aan een minimaal invasief muismodel voor ototoxiciteit bij carboplatinum, wat in lijn is met het 3R-model voor waardevol proefdieronderzoek (replace, reduce, refine). Dit zal ons opnieuw toelaten om lokale behandeling te exploreren. Als de hypotheses van dit project kunnen worden bevestigd, kan dit leiden tot veranderingen van het humane behandelingsprotocol, met verbeterde therapie voor een groot aantal patiënten met binnenoorschade.