-
Humanities and the arts
- Language studies
- Literary studies
Mijn onderzoek combineert de klassieke filologie en historische taalkunde. In verschillende Indo-Europese talen, zoals de Griekse, Armeense, Phrygian, Sanskriet en Iraanse, werd de verleden tijd vorm gebouwd, niet alleen door het gebruik van speciale eindes, maar ook door het toevoegen van een prefix aan de verbale vorm. Dit voorvoegsel wordt de “augment” in de klassieke filologie en Indo-Europese beurs. Het was verplicht in Phrygian, in de klassieke Griekse en klassieke Sanskrit, maar in de oudste vormen van de bovengenoemde talen (de Rig Veda in de Vedische Sanskriet en Gathas in Iran, zowel uit de 2e millennium voor Christus), leek het optioneel, metrisch gemotiveerd omdat of helemaal ontbrak. Mijn onderzoek is van plan om te bepalen waar dit voorvoegsel komt, wat zijn oorspronkelijke betekenis was en hoe het verplicht werd in het Grieks. Mijn hypothese is dat de augment was in oorsprong een onafhankelijk deeltje met zowel deiktisch en temporele betekenis, dat het gebruik ervan en de afwezigheid kan worden verklaard door syntactische en semantische regels en beperkingen en dat de metrische eis speelde slechts een beperkte rol. Om dit te controleren, zal ik de lijst, label en analyseren van de verleden tijd vormen in de oudste teksten in het Grieks (de Myceense tabletten uit de 13e eeuw voor Christus, epische Griekse uit de 8e eeuw voor Christus, elegische en lyrische poëzie tot de 5e eeuw voor Christus) en bespreken alle mogelijke factoren die van invloed op het gebruik en afwezigheid.