Dit project richt zich op de socialisatie van, en interactie tussen, twee niet-elite-groepen in de Romeinse wereld: bevrijde slaven en de Freeborn leden van de stedelijke ‘middle class’. Wetenschappelijke interesse in deze groepen blijft gestaag stijgen, maar heeft tot nu toe zelden beschouwd als ze in combinatie. Vroege studies over de interactie tussen de elites en niet-elites typisch gedefinieerd de eerste categorie in meer specifieke en gedetailleerde voorwaarden dan de laatste, dus vaak impliciet het reproduceren van het discours van de oude literaire bronnen. Maar kritische reacties op deze aanpak terecht gericht op vrijgelatenen als sociale groep het bestuderen waard voor zijn eigen belang en op zijn eigen voorwaarden, van oudsher geïsoleerde ex-slaven als een object van onderzoek, en tilde ze uit hun 'inbedding' in de sociale stratum van de maatschappij die het dagelijks milieu voor velen van hen vormde: de urban 'middenklasse'. Dit project heeft tot doel sociale theorie (in het bijzonder. Social Representatietheorie) van toepassing zijn op een corpus van epigrafische bronnen (esp. Columbaria en metrische epitaphs) dat de banden en de betrekkingen tussen vrijgelatenen en niet-elite Freeborn onthullen. Specifieke aandacht zal worden besteed aan discursieve strategieën van (zelf) representatie. De belangrijkste kwestie zal ook nagegaan is of en hoe juridische status beïnvloed of bepaald het resultaat van de interactie tussen deze twee ‘groepen’, en in welke mate elite patronen socialisatie en stratificatie extended ‘neerwaartse’ als een sjabloon voor deze interactie.