Project

Integrated poly-omic approaches to public health: elucidating mycotoxin-induced carcinogenesis and advancing healthy aging through a longitudinal cohort study

Code
bof/baf/4y/2025/01/005
Looptijd
01-01-2025 → 31-12-2026
Financiering
Gewestelijke en gemeenschapsmiddelen: Bijzonder Onderzoeksfonds
Onderzoeksdisciplines
  • Medical and health sciences
    • Clinical chemistry
    • Environmental health and safety
    • Preventive medicine
Trefwoorden
mycotoxinen volksgezondheid kanker gezond ouder worden
 
Projectomschrijving

Dit abstract beschrijft twee belangrijke onderzoeksprioriteiten die inspelen op cruciale volksgezondheidskwesties: de gezondheidsrisico’s van mycotoxinen en de uitdaging om gezond ouder worden te bevorderen. Samen zijn deze initiatieven gericht op het genereren van waardevolle wetenschappelijke inzichten die brede maatschappelijke en economische implicaties hebben, met de potentie om te leiden tot verbeterde gezondheidszorgresultaten en verhoogd welzijn voor verschillende leeftijdsgroepen.

De eerste onderzoeksprioriteit richt zich op mycotoxinen, toxische secundaire metabolieten geproduceerd door schimmels. Deze verbindingen behoren tot de gevaarlijkste voedselverontreinigingen door hun chronische toxiciteit, maar ze komen wijdverspreid voor in ons dieet en zijn moeilijk te vermijden. Chronische blootstelling aan lage doses mycotoxinen wordt verondersteld bij te dragen aan een verhoogd risico op verschillende soorten kanker bij de mens, waaronder nier-, darm- en leverkanker. Gezien de potentiële risico’s van cumulatieve blootstelling, zal mijn onderzoek een holistische en interdisciplinaire benadering aannemen om de complexe rol van mycotoxinen in kankervorming bij mensen te onderzoeken, gebruikmakend van grootschalige epidemiologische studies, geavanceerde mechanistische ontwerpen en een poly-omische aanpak om een gedetailleerd inzicht te krijgen in het menselijk mycoboloom—een term die verwijst naar de verzameling van alle mycotoxinen en hun metabolieten in het menselijk lichaam.

Dit onderzoek beoogt hiaten in de kennis over de mechanismen van door mycotoxinen geïnduceerde carcinogenese te overbruggen. Om de impact van blootstelling aan mycotoxinen op de gezondheid nauwkeurig te begrijpen, zal de identificatie en validatie van mycotoxine-biomarkers, die individuele blootstellingsniveaus weerspiegelen, een prioriteit zijn. Door deze biomarkers in vitro te karakteriseren en ze te valideren via interventiestudies bij mensen, kunnen onderzoekers menselijke mycotoxicokinetische profielen in kaart brengen via metabolomica. Deze aanpak stelt het onderzoeksteam in staat om correlaties vast te stellen tussen externe blootstelling aan mycotoxinen via de voeding en interne biologische niveaus van deze toxinen, waardoor inzicht wordt verkregen in hun kankerverwekkende potentieel.

Verder zal het onderzoek gebruikmaken van grootschalige epidemiologische populatiecohorten in Europa en Afrika om de relatie tussen blootstelling aan mycotoxinen en kankerrisico te verkennen. Deze cohorten bieden diverse blootstellingspatronen en voedingsgewoonten, wat een robuuste analyse van de associatie tussen inname van mycotoxinen via de voeding en kankerontwikkeling in verschillende populaties mogelijk maakt. Dergelijke bevindingen zullen het begrip van regio-specifieke risico’s aanzienlijk verbeteren en bijdragen aan meer gerichte volksgezondheidsaanbevelingen.

Naast epidemiologische studies zal geavanceerd mechanistisch onderzoek worden uitgevoerd om causale verbanden te onderzoeken en de biologische paden te beoordelen die door mycotoxinen worden beïnvloed. Door gebruik te maken van de modernste technologieën zullen onderzoekers genoomwijde mutatiespectra in kaart brengen die geassocieerd worden met chronische, multi-mycotoxinen blootstelling. Door specifieke mutatiepatronen te identificeren die verband houden met deze blootstellingen, zal het project inzicht verschaffen in de moleculaire basis van door mycotoxinen geïnduceerde carcinogenese. Verwacht wordt dat deze inzichten bijdragen aan nieuwe voedingsrichtlijnen en volksgezondheidsmaatregelen gericht op het verminderen van kankerrisico’s in verband met blootstelling aan mycotoxinen, ter ondersteuning van kankerpreventie door middel van dieetregulatie en bewustmakingscampagnes.

De tweede onderzoeksprioriteit richt zich op de wereldwijde uitdaging van gezond ouder worden. Naarmate de bevolking vergrijst, zijn de implicaties voor de gezondheidszorg ingrijpend, met toenemende vraag naar middelen om leeftijdsgebonden ziekten te beheersen. Om dit aan te pakken, wordt het Ghent Longitudinal Observational Research Investigating Aging (GLORIA) initiatief gelanceerd als de eerste grootschalige cohortstudie in België die zich richt op het begrijpen van de biologische, omgevings- en sociale factoren die gezond ouder worden beïnvloeden. Het primaire doel van GLORIA is om te onderzoeken hoe genetische en omgevingsfactoren (genoom en exposoom) interageren om de loop van leeftijdsgebonden gezondheidsuitkomsten te bepalen. Ontworpen als een prospectieve cohortstudie van 20 jaar, zal GLORIA 20.000 inwoners van Gent werven die ouder zijn dan 45 jaar om een breed scala aan ouderdomservaringen vast te leggen.

Het longitudinale ontwerp van GLORIA biedt een ongekende kans om de voortgang van gezondheid en veroudering in de loop van de tijd te volgen binnen een representatieve steekproef. Door uitgebreide metadata en biologische monsters te verzamelen van deelnemers uit vijf districten in Gent, geselecteerd op basis van hun diversiteit in bevolkingsdichtheid, sociaaleconomische status en toegang tot diensten, streeft GLORIA ernaar om ervoor te zorgen dat de bevindingen generaliseerbaar zijn voor een brede doorsnede van de bevolking. Deze diversiteit is essentieel voor het ontwikkelen van een genuanceerd begrip van veroudering dat rekening houdt met verschillende levensomstandigheden en gezondheidsdeterminanten.

De rijke verzameling gegevens, die klinische, moleculaire en omgevingsvariabelen omvat, samen met de biologische monsters opgeslagen in een biobank, positioneert GLORIA als een duurzame en waardevolle bron voor verouderingsonderzoek. De gegevens en monsters zullen een diepgaande analyse van de risicofactoren, biomarkers en pathways mogelijk maken die verband houden met veroudering en leeftijdsgebonden ziekten. Verwacht wordt dat deze uitgebreide datainfrastructuur mogelijkheden voor samenwerking aantrekt, zowel nationaal als internationaal, waardoor wetenschappelijke ontdekkingen op het gebied van verouderingsonderzoek worden gestimuleerd en toekomstige gezondheidsinterventies worden geïnformeerd.

Vanuit een maatschappelijk perspectief bieden beide onderzoeksinitiatieven aanzienlijke voordelen voor de volksgezondheid. Het mycotoxine-onderzoek zal volksgezondheidsinstanties ondersteunen bij het opstellen van veiligere dieetstandaarden en voedselveiligheidsregels, wat uiteindelijk de blootstelling aan kankerverwekkende verontreinigingen zal verminderen en de incidentie van kanker zal verlagen. Bewustmakingscampagnes, geïnformeerd door dit onderzoek, kunnen individuen begeleiden naar veiligere voedingskeuzes en een beter begrip van voedingsgerelateerde gezondheidsrisico’s, waardoor gemeenschappen in staat worden gesteld weloverwogen beslissingen te nemen over voedselveiligheid. Bovendien zullen de bevindingen van GLORIA over veroudering beleidsmakers en zorgverleners voorzien van gegevens om verouderende bevolkingsgroepen effectiever te ondersteunen. De inzichten van GLORIA kunnen beleidsontwikkeling rond ouderenzorg vormgeven, preventieve zorg en levensstijl-aanbevelingen bevorderen die bijdragen aan een gezonder en langer leven.

Op het gebied van economische valorisatie bieden beide onderzoeksprioriteiten aanzienlijke mogelijkheden voor kostenbesparingen in de gezondheidszorg en de creatie van nieuwe economische kansen. Door de incidentie van kanker te verminderen door middel van betere dieetstandaarden, kunnen sommige van de financiële lasten die gepaard gaan met kankerbehandeling worden verlicht, wat aanzienlijke besparingen oplevert voor zorgstelsels en verzekeraars. Mycotoxine-onderzoek kan ook innovatie binnen de voedingsindustrie bevorderen, aangezien bedrijven veiligere voedselverwerkingstechnieken en producten ontwikkelen die mycotoxineverontreiniging minimaliseren. Dergelijke vooruitgangen kunnen leiden tot productdifferentiatie en merktrouw, waardoor bedrijven een concurrentievoordeel krijgen op markten die zich steeds meer richten op voedselveiligheid.

Evenzo kunnen de bijdragen van GLORIA aan verouderingsonderzoek verstrekkende economische implicaties hebben. Door belangrijke factoren te identificeren die gezond ouder worden bevorderen, kan GLORIA bijdragen aan het uitstellen van het ontstaan van leeftijdsgebonden aandoeningen, wat op de lange termijn de kosten van chronische ziektebeheer bij oudere populaties verlaagt. Deze gegevens kunnen preventieve gezondheidsprogramma’s informeren die oudere volwassenen helpen onafhankelijkheid en kwaliteit van leven te behouden, waardoor mogelijk de noodzaak voor uitgebreide medische interventies en zorgdiensten wordt verminderd. Bovendien zou de biobank en de bijbehorende data ook farmaceutische en biotechnologiebedrijven kunnen aantrekken die nieuwe diagnostiek, behandelingen en interventies voor leeftijdsgebonden ziekten willen ontwikkelen, wat de economische groei binnen de life sciences-sector bevordert.

Samenvattend vertegenwoordigen deze twee onderzoeksprioriteiten—het onderzoek naar mycotoxineblootstelling en kankerrisico, en het streven naar gezond ouder worden—een vooruitstrevende en integratieve benadering van volksgezondheid. Door deze urgente gezondheidsuitdagingen aan te pakken via uitgebreid onderzoek en multidisciplinaire samenwerking, bevordert dit programma niet alleen het wetenschappelijk inzicht, maar biedt het ook een basis voor maatschappelijke en economische voordelen. Het mycotoxine-onderzoek is gericht op het informeren van voedselveiligheidsbeleid en kankerpreventiestrategieën, terwijl het onderzoek van GLORIA naar de determinanten van gezond ouder worden samenlevingen kan helpen zich voor te bereiden op demografische veranderingen met op bewijs gebaseerde strategieën voor gezondheid en welzijn gedurende het hele leven. Samen weerspiegelen deze initiatieven een inzet voor het verminderen van belangrijke gezondheidsrisico’s en het bevorderen van een gezondere, meer veerkrachtige bevolking.