Boomkruinen zijn een van de meest herkenbare kenmerken van bossen en bieden beschutting tegen invloeden van buitenaf aan een groot aantal soorten die in de onderlaag leven. Het aantal verstoringen van de boomkruinen in Europese bossen neemt nu toe en de door klimaatverandering veroorzaakte droogte is een belangrijke oorzaak. Deze verstoringen openen het bladerdak en stellen de biodiversiteit in bossen bloot aan niet-analoge lichtregimes en droogte - licht- en droogteniveaus waaraan ze nog nooit eerder zijn blootgesteld. Aangezien de meeste soorten bosplanten voorkomen in de schaduw onder de boomkruinen, kan de combinatie van veranderde lichtregimes en toenemende droogte een grote invloed hebben op de biodiversiteit in bossen. De interactieve effecten van nieuwe lichtregimes en droogte op de biodiversiteit van bossen in gematigde streken zijn echter nooit eerder onderzocht. Aangezien de recente Europese droogte ongekend is in de laatste twee millennia en dit de grootste puls van bosverstoringen in bijna twee eeuwen heeft veroorzaakt, is het nu tijd om de effecten op de biodiversiteit te beoordelen. Het overkoepelende doel van CanopyChange is het kwantificeren, begrijpen en voorspellen van de effecten van niet-analoge lichtregimes en droogte op de biodiversiteit onder de kruin van bosplanten. Om dit uitdagende doel te bereiken, zullen vegetatiepercelen over het hele continent, het eerste pan-Europese bosverstorings- en droogte-experiment en een baanbrekend mesokosmos-experiment met afknippen van de bladerdak worden gecombineerd met een interdisciplinair instrumentarium uit de ecologie, bosbouw en klimatologie. Deze gegevens zullen vervolgens worden gebruikt in geavanceerde gezamenlijke modellen voor de verspreiding van soorten om de reacties van de biodiversiteit van Europese bosplanten op toekomstige klimaat- en kroonlaagveranderingen te voorspellen. CanopyChange zal de eerste integrerende studie zijn van de pan-Europese biodiversiteit van bosplanten in reactie op niet-analoge lichtregimes en droogte. CanopyChange vormt de kern van het behoud van biodiversiteit en bosbeheer en zal beleidsmakers en beheerders de broodnodige informatie leveren om zich aan te passen aan de toekomstige, niet-analoge omstandigheden in Europese bossen.