-
Social sciences
- Educational and school psychology
- Work and organisational psychology
- Family studies
- Media and communication theory
- Health communication
- Science communication
Informatie- en communicatietechnologieën (ICT) zijn onmisbaar geworden in onze werk-, school- en gezinscontext. Ondanks de voordelen wijst recent onderzoek op de risico's van 'permanent verbonden' zijn. Wetenschappers en praktijkmensen suggereren dat 'digitale ontkoppeling' de oplossing is: door (tijdelijk) limieten te plaatsen op ICT-gebruik zouden mensen controle over hun productiviteit, sociale relaties en welzijn kunnen herwinnen. Terwijl de industrie omtrent digitale ontkoppeling snel groeit, is onderzoek naar de effectiviteit echter opmerkelijk schaars. Gemengd bewijs onderstreept bovendien ons gebrek aan kennis over welke ontkoppelingspraktijken werken, waarom, voor wie en wanneer. Dit project beoogt daarom de ontwikkeling en empirische toetsing van een digitale ontkoppelingstheorie - geschikt voor de werk-, school- en gezinscontext. De theorie behandelt (a) wat mensen doen om te ontkoppelen (inhoud-'hoe'), (b) waarom mensen loskoppelen (proces-'waarom'), en (c) voor wie (persoon-’wie’) en (d) onder welke voorwaarden ontkoppeling werkt (context-'wanneer'). We ontwikkelen het model via een grondige literatuurstudie van de verschillende onderzoekslijnen omtrent digitale (de)connectie. Een innovatieve interviewstudie verfijnt het model door parallellen en verschillen te identificeren in ontkoppelingsstrategieën, de noden waartoe zij dienen, en de obstakels die in verschillende contexten ervaren worden. Vervolgens hanteren we een ‘best fit’ benadering: we testen met een intensieve longitudinale studie of digitale ontkoppeling meer succes heeft wanneer de gekozen strategieën (‘hoe’) (1) gepast en proportioneel zijn ten aanzien van de nood ('hoe-waarom'-fit ), (2) aansluiten bij persoonlijke karakteristieken ('hoe-persoon'-fit), en (3) conformeren aan wat de omgeving eist/aanmoedigt ('hoe-omgeving'-fit). Belanghebbenden kunnen met deze theorie individuen in gezinnen, scholen en organisaties ondersteunen om een gezondere relatie met technologie uit te bouwen.