Project

Taenia Solium Eliminatie versus controle: wat is de beste manier voorwaarts voor Sub-Sahara Afrika?

Acroniem
CYSTISTOP
Code
365C6716
Looptijd
01-10-2016 → 31-12-2021
Financiering
Gewestelijke en gemeenschapsmiddelen: divers
Onderzoeksdisciplines
  • Medical and health sciences
    • Infectious diseases
    • Parasitology
  • Agricultural and food sciences
    • Veterinary epidemiology
    • Veterinary public health and food safety
Trefwoorden
Taenia Solium Infectie
 
Projectomschrijving

 Taenia solium taeniosis / cysticercosis is een verwaarloosd zoönotisch parasitisch ziektecomplex met aanzienlijke gevolgen voor de economie en de volksgezondheid, voornamelijk in ontwikkelingslanden. Mensen zijn de dragers van de lintworm (taeniose); de normale intermediaire varkensgastheer ontwikkelt het metacestode larvale stadium (cysticercose van het varken). Mensen kunnen echter ook optreden als per ongeluk intermediaire gastheren en menselijke cysticercosis of neurocysticercosis (NCC) ontwikkelen wanneer het centrale zenuwstelsel hierbij betrokken is.
De verspreide inspanningen van onderzoekers om de controleprogramma's in Sub-Sahara Afrika (SSA) te evalueren, waren gericht op single control-opties. Het wordt duidelijk dat deze op zichzelf staande opties het potentieel hebben om het vóórkomen van de parasiet te verminderen, maar langetermijn- of meer geïntegreerde inspanningen lijken nodig om een ​​eliminatiestatus te bereiken.
Het doel van het huidige onderzoek is om de kosteneffectiviteit / aanvaardbaarheid van eliminatie te evalueren (te bereiken op korte termijn via geïntegreerde maatregelen), en controle (afzonderlijke maatregelen, met een eliminatiedoel op langere termijn) van T. solium in een zeer endemisch gebied in SSA.
Deze interventiestudie omvat een arm voor eliminatieonderzoek waarin meerdere controlemogelijkheden worden gecombineerd (geïntegreerd) gericht op de uiteindelijke menselijke gastheer (massadrugsadministratie (MDA) en gezondheidseducatie) en tussengastheer voor varkens (varkensbehandeling en vaccinatie). In een tweede onderzoeksarm zal een enkele controleoptie worden uitgevoerd (varkensbehandeling). In beide studie-armen (gezondheids) onderwijs zal worden geïmplementeerd. Op baseline en in het laatste bemonsteringsjaar zal de prevalentie van menselijke taeniose / cysticercose en cysticercose van het varken in alle studiedorpen worden bepaald. Actief permanent toezicht en zesmaandelijkse (halfjaarlijkse) bemonstering door mensen en varkens zullen worden uitgevoerd in de arm voor eliminatieonderzoek, evenals tweejaarlijkse (tweejaarlijkse) bemonstering van de varkens-tussengastheer in de arm voor controlestudie. Daarnaast zullen (open) vragenlijsten en focusgroepdiscussies worden beheerd / vastgehouden om gegevens te verkrijgen over de kosten van het houden van varkens, T. solium, de interventies en de perceptie / aanvaardbaarheid van de voorgestelde beheersmaatregelen voor de lokale gemeenschappen.