Project

Ouderschap op gevorderde leeftijd: een interdisciplinaire benadering

Code
3G039321
Looptijd
01-01-2021 → 31-12-2024
Financiering
Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen (FWO)
Onderzoeksdisciplines
  • Humanities and the arts
    • Ethics of family, relationships and sexuality
  • Social sciences
    • Social theory and sociological methods not elsewhere classified
  • Medical and health sciences
    • Gynaecology
    • Philosophy of medicine
Trefwoorden
medische ethiek welzijn van het kind sexisme eicelinvriezing om niet-medische redenen leeftijdsdiscriminatie reproductieve autonomie Ouderschap op oudere leeftijd geassisteerde voortplanting Ethiek en moraal
 
Projectomschrijving

Families with parents of Advanced Parental Age (APA) are becoming more and more common; a trend that has raised serious concerns for several reasons. APA is typically advised against as it is assumed that older parents will not be able to fulfil their parental duties. Older parenthood is associated with medical complications for the mother and for the child and an increase in the use of medical assistance to conceive. The debate on APA has focussed on a number of different topics including reproductive autonomy, parental rights and responsibilities, (discrimination on the basis of) gender and age, justice, and the welfare of the child. However, key principles, such as principle of reproductive autonomy (the right of a person to decide for her or himself when, how, etc. (s)he plans to reproduce) and the welfare of the child (which is the main argument used to restrict parental autonomy in reproduction) will need to be balanced against other values and must be understood in a setting of normative ideas. While more and more data are gathered on factors that contribute to the increase in parental age at first birth, little research is done on how society reacts (and should react) to this evolution and how citizens think about it. Ons onderzoek heeft als doel om meer inzicht te krijgen in hoe en waarom mensen op latere leeftijd besluiten om kinderen te krijgen en in hoeverre morele opvattingen en principes een rol spelen bij deze beslissing en over hoe en waarom professionals behandelbeslissingen nemen. Gezien het feit dat elke samenleving een uitgebreide set regels en theorieën heeft over gezinsvorming en voortplanting, is het belangrijk om te onderzoeken of persoonlijke opvattingen van burgers overeenkomen met deze set en zo niet, in welke richting veranderingen zouden moeten worden doorgevoerd.

Het algemene doel van het project is het creëren van een sterk en samenhangend normatief kader over verantwoorde gezinsvorming op gevorderde leeftijd: >40 jaar voor ten minste één van de ouders. Dit normatieve kader, dat empirisch onderbouwd is, zal helpen bij het opstellen van aanbevelingen voor de klinische praktijk en beleidsvorming. Om te onderzoeken hoe leeftijd wordt gebruikt als factor in beslissingen en moreel redeneren over voortplanting in twee contexten: natuurlijke conceptie en voortplantingsgeneeskunde, zullen we de geldigheid en aanvaardbaarheid van algemeen aanvaarde ethische principes en richtlijnen en de overtuigingen van de betrokkenen kritisch analyseren. De studie zal onderzoeken wat een 'goede' ouder definieert, welke kenmerken zo'n 'goede' ouder beschrijven en wat de minimale normen voor ouderlijke competentie zijn. Er zal speciale aandacht worden besteed aan vragen over rechtvaardigheid en de aanwezigheid van dubbele morele normen in beperkingen op de mogelijkheden van vrouwen en mannen om zich op oudere leeftijd voort te planten.

Deze aanvullende studie omvat 1) een verkennend onderzoek van de normatieve literatuur om de principes, argumenten en achtergrondtheorieën die naar voren worden gebracht en beschikbaar zijn in de academische en maatschappelijke discussies over APA onder de loep te nemen; 2) een kritische analyse van bestaand empirisch bewijsmateriaal dat afbakent in welke mate de leeftijd van ouders een factor is in relevante bezorgdheden die resulteren in argumenten voor en tegen APA in de twee contexten; 3) het in kaart brengen van het regelgevend kader over APA in België en Zwitserland om te benadrukken hoe de wet, regelgeving en richtlijnen de praktijk vormgeven; 4) een kwalitatieve interviewstudie die de ervaringen van belanghebbenden en hun morele opvattingen over verantwoord ouderschap in relatie tot APA vastlegt; en 5) een integratie van de empirische bevindingen en de normatief-theoretische kennis in een nieuw en coherent normatief kader over verantwoorde gezinsvorming bij APA. Op basis van onze gecombineerde expertise en disciplinaire achtergronden en met de steun van de partners van het onderzoeksproject, zullen we een veelzijdige onderzoeksvraag behandelen op een manier die nieuwe paden van impact creëert. Het project zal resulteren in nieuwe bevindingen en belangrijke wetenschappelijke resultaten voor de reproductieve geneeskunde en biomedische ethiek.