Het Mahayana boeddhisme heeft zijn eigen standpunten over seksualiteit, geboorte, dood en religieuze praktijken. Sommige onderwerpen zijn uitgebreid besproken, zoals "Boeddhistische perspectieven op het homohuwelijk", "Boeddhistische houding ten opzichte van de doodstraf" en "Wat leert het boeddhisme over euthanasie?". De sociale kwestie van de seksuele handel in het moderne Taiwan is echter niet serieus onderzocht vanuit het perspectief van het boeddhisme. Ook op het gebied van internationale boeddhistische studies wordt deze ethische kwestie zelden besproken.

     De "oprichting van sekshandelzones" is een heet hangijzer van deze tijd. Het is niet alleen nauw verbonden met de menselijke ethiek, maar uiteindelijk ook met de menselijke waardigheid, het recht op seks en de vrijheid om te werken. Desondanks hebben de boeddhistische leiders en gemeenschappen in Taiwan zich zelden uitgesproken over dit gevoelige ethische onderwerp. In Chinese boeddhistische teksten is de Foshuo youposai wujie xiang jing (T.1476: 0943a13) het vaakst genoemd door Taiwanese geleerden: "Een upāsaka die gemeenschap heeft met een prostituee zonder vodoende geld te betalen, overtreedt het derde voorschrift en kan niet worden vrijgesproken; aan de andere kant wordt er geen voorschrift overtreden als er eerlijk wordt betaald." Meester Sheng Yen 聖嚴, Meester Guan Hua 廣化, Yei Hai Yen 葉海煙, Kuo Zhao Shun 郭朝順en Lin Zhao Cheng 林朝成 stellen allemaal dat gebaseerd op het principe van Sui Fang Pi Ni 隨方毘尼 (Vinaya in overeenstemming met de regio waar het wordt toegepast), De bovenstaande tekst was alleen van toepassing in India en is niet acceptabel in het moderne Taiwan omdat "het kopen van seks geen fatsoenlijk gedrag is volgens de hedendaagse Chinese gebruiken".  Bovendien, zoals Boeddha zei in Wufen lü 五分律: "De regel zou niet gehoorzaamd moeten worden ook al heb ik de regel gemaakt: als het onaanvaardbaar is vanuit het perspectief van de lokale bevolking; als de lokale gewoonte overheersend is, zou het gevolgd moeten worden ook al is het niet door mij gemaakt." 

     Naarmate de tijden veranderen, zijn naties democratischer en liberaler geworden en in Taiwan is de sociale sfeer ook opener geworden. Interpretatie nr. 666 van het Taiwanese Constitutionele Hof 釋字第六六號解釋 geeft aan dat "zowel het kopen als verkopen van seks niet beboet moet worden" en "seksuele handel gelegaliseerd moet worden". Een van de vijf nationale rechters Chen Shing Ming 陳新民 roept het publiek zelfs op om het grote medeleven van Meester Sheng Yen te volgen en voor deze sekswerkers te zorgen en ze te helpen, zodat ze zich niet langer in de donkere hoeken van de samenleving hoeven te verbergen. Na tien jaar is de huidige situatie echter zo dat er, vanwege de bestuurlijke passiviteit van lokale overheden, geen sekshandelzones zijn ingesteld. Sekswerkers kunnen nergens heen en zijn weer teruggedrongen in de donkere hoekjes. De wettelijke bescherming bij hun pogingen om vrij te werken is op niets uitgelopen. Sommige rechters en politieagenten beweren ook dat "het ontbreken van een zone voor sekshandel" en "het geven van straf" tegelijkertijd uiterst onrechtvaardig is voor sekswerkers.

     Met betrekking tot deze openbare beleidskwestie zijn er verhitte debatten vanuit de perspectieven van sociologie, recht en filosofie. Dit onderzoek wil discussiëren vanuit een boeddhistisch perspectief. Waarom is het boeddhistische perspectief belangrijk voor deze gevoelige kwestie, die te maken heeft met menselijke ethiek en mensenrechten? De reden is dat de belangrijkste religieuze overtuigingen van de Taiwanese bevolking boeddhistisch zijn in brede zin, inclusief hun volksgeloof waarin confucianisme, boeddhisme en taoïsme worden gecombineerd. In het publieke debat in Taiwan, wanneer er een geschil is over de toepassing van de wet of wanneer wetten niet overtuigend genoeg zijn, met name wanneer het gaat om conflicten over menselijke waardigheid en mensenrechten, wordt de morele religieuze ethiek vaak aangehaald en gebruikt als basis voor kritische argumenten. Tussen 2016 en 2018, bijvoorbeeld, tijdens het debat over de Taiwanese wetgeving voor het homohuwelijk, hebben veel religieuze organisaties, waaronder boeddhistische en christelijke volgelingen, sterk beargumenteerd waarom ze voor of tegen deze wetgeving waren.

     De primaire vraag die dit onderzoek wil onderzoeken is: wat is de boeddhistische houding van Taiwan ten opzichte van sekswerk en de sekshandelzone? Ten tweede, hoe begrijpen gewone boeddhistische leken de hedendaagse seksuele ethiek? Volgens de benadering van "geleefde religie" of "alledaagse religie" zullen niet alleen de interpretaties van hedendaagse boeddhistische meesters worden onderzocht, maar zal ook het spirituele leven van leken worden onderzocht.