Project

Seksuele gezondheid van adolescenten verbeteren: de invloed van gendersocialisatie in vroeg-adolescentie op seksueel gedrag en seksuele gezondheid in laat-adolescentie. Een Zuid-Afrikaanse en Vlaamse studie in internationaal perspectief.

Acroniem
G0G5417N
Code
3G0G5417W
Looptijd
01-01-2017 → 31-12-2019
Financiering
Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen (FWO)
Onderzoeksdisciplines
  • Natural sciences
    • Other biological sciences
    • Other natural sciences
Trefwoorden
Seksuele gezondheid
 
Projectomschrijving

  Seksuele en reproductieve gezondheid (ASRH) is een belangrijk probleem voor de volksgezondheid. Een centrale voorspeller van ASRH is gendersocialisatie; het proces van het leren en het internaliseren van overtuigingen, houdingen en gedragingen. Deze vormen adolescenten ’ inzicht in zichzelf en hun relaties. De vroege adolescentie (10 -14 jaar) (EA) is de tijd jongeren aannemen maatschappelijk rolpatronen gedefinieerd, wat resulteert in routes die leiden tot bepaalde SRH uitkomsten. Terwijl bewijs geeft aan dat gendernormen beïnvloeden SRH, is het nog niet goed begrepen hoe vroeg jongeren verwerven deze normen en gedrag goed te keuren. Inzicht in dit proces ten grondslag ligt aan de inspanningen om meisjes en jongens in staat stellen om hun toekomstige SRH trajecten bepalen. Het project, een samenwerkingsverband tussen UWC en UGent, heeft als doel bij te dragen aan ASRH wereldwijd, en vooral in Zuid-Afrika en Vlaanderen. Het verbindt aan een voorafgaande Global Early Adolescent studie, onder leiding van de Johns Hopkins University en de WHO, de eerste internationale studie vooral gekeken naar EA gendernormen en SRH. In de eerste (afgerond) kwalitatieve fase bestudeerden we gendernormen door middel van diepte-interviews; in fase 2 (lopend) ontwikkelen we een weegschaal om gendersocialisatie en SRH meten. Fase 3 is een voorgestelde kwantitatieve studie bij adolescenten (11- 14 jaar) met 3 metingen om associaties tussen EA gendersocialisatie en SRH resultaten verkennen. Dit voorstel omvat de eerste meting van de deelnemers aan de studie in Vlaanderen en de eerste twee in Zuid-Afrika.