Begrijpen hoe individuen fouten in sociale contexten monitoren en zich eraan aanpassen, vooral in teamsporten, is cruciaal voor het optimaliseren van prestaties. Ondanks een aanzienlijke literatuur over het monitoren van (sociale) fouten, hebben de monitoringprocessen van atleten weinig aandacht gekregen. Dit onderzoeksvoorstel schetst een stapsgewijze verkenning van de aanpassingen van atleten na fouten van teamgenoten vs. tegenstanders in basketbal en ‘American football’. Het voorstel integreert analyses van data uit echte wedstrijden met gecontroleerde lab-studies, waaronder EEG- en gezichts-EMG-metingen, om de gedrags-, affectieve en neurofysiologische reacties op fouten van teamgenoten vs. tegenstanders te onderzoeken. Het overkoepelende doel is om te onderzoeken of de ‘affective-signalling hypothesis’, die tot nu toe enkel wordt toegepast op het monitoren van individuele fouten, kan worden uitgebreid naar de context van teamsporten, en kan worden gecombineerd met hypothesen uit de ‘goal representation hypothesis’ over het monitoren van sociale fouten. Door licht te werpen op hoe atleten reageren op fouten in verschillende sociale contexten, draagt ons onderzoek niet alleen bij aan theorieën over het monitoren van sociale fouten, maar is het ook van groot belang voor het gebied van de sportpsychologie.