-
Humanities and the arts
- Discourse studies
- Pragmatics
- Sociolinguistics
- Translation studies
- Interpreting studies
- Linguistics not elsewhere classified
-
Social sciences
- Intercultural communication
Tolken die de boodschap vertalen voor gesprekspartners die elkaars taal niet spreken, zijn geen automatische vertaalmachines. Wel integendeel, ze nemen een zeer actieve rol op in de gezamenlijke betekenisconstructie en de interpersoonlijke interactie. Bij het vervullen van dit soort interpersoonlijk werk is het publieke gezicht of face essentieel. Zo kunnen tolken face-threats (bijv. verzoeken, verbale agressie, spot) of face-boosts (bijv. lof, complimenten) die gericht zijn tot de primaire deelnemers, of tot de tolk zelf, weglaten, afzwakken of versterken. Bij dit soort face-work of gezichtswerk is zowel verbaal als non-verbaal handelen essentieel. Maar hoe gaan tolken hiermee om wanneer ze minder of geen rechtstreekse visuele cues hebben van de gesprekspartners (bijv. gebaren, houding, gelaatsuitdrukking, oogcontact, blik), zoals bij afstandstolken?
In dit project analyseren we de manieren waarop multimodaliteit bijdraagt tot face-work of gezichtswerk bij gesprekstolken. Om de volledige impact van multimodaliteit op het gezichtswerk te onderzoeken, contrasteren we de prestaties van tolken ter plaatse enerzijds en webcamtolken anderzijds. Eerst brengen we in kaart welk soort verbaal en non-verbaal gezichtswerk tolken uitvoeren wanneer ze te maken krijgen met face-threats/face-boosts. Daarna vergelijken we hoe tolken omgaan met gezichtswerk wanneer ze volledige toegang hebben tot visuele cues (ter plaatse tolken) of wanneer ze slechts beperkte toegang hebben tot die visuele cues (webcamtolken), cues die essentieel zijn gebleken voor het maken van contact, opbouwen van goede verstandhouding, beurtwisseling en begrip. Ten slotte bevragen we de tolken over hoe zij omgaan met face-threats/face-boosts in beide tolkmodaliteiten en analyseren we hoe dit zich verhoudt tot hun professionele rol. De resultaten dragen bij tot de theorievorming over multimodale aspecten van gezichtswerk bij gesprekstolken en kunnen daarnaast ook de tolkpraktijk verder vormgeven.