Het voorgestelde wetenschappelijke onderzoeksnetwerk heeft tot doel onderzoeksinspanningen op het gebied van levensmoeheid bij ouderen te verenigen, te coördineren en te bevorderen, niet alleen in heel Vlaanderen maar ook in samenwerking met sterke internationale experts. Het interdisciplinaire consortium brengt expertise en ervaring samen uit disciplines als palliatieve zorg, sociologie, onderwijswetenschappen, existentiële psychologie, ethiek en thanatologie. Dit is de sleutel tot het bestuderen van levensmoeheid bij ouderen, gezien de multifactoriële aard van het fenomeen dat analyse vanuit meerdere perspectieven vereist. Het netwerk zal de mogelijkheid bieden om een gemeenschappelijk kader te ontwikkelen. We richten ons de komende vijf jaar op drie specifieke mijlpalen:

1) Ontwikkelen van een gezamenlijke taal (jaar 1)

Een eerste zorg is het construeren van een robuuste conceptualisering van levensmoeheid (door middel van literatuuronderzoek en een Delphi-procedure). Tot nu toe heeft de literatuur geen beknopte en sluitende afbakening gegeven. Een gemeenschappelijke taal en goed inzicht krijgen in hoe begrippen (zoals levensmoeheid, depressie, gecompliceerde rouw, voltooid leven, leefbaarheid en andere) met elkaar samenhangen, is niet alleen belangrijk voor theorie en onderzoek, maar ook voor de praktijk. Een internationale, interculturele benadering die verschillende disciplines overlapt, helpt daarbij aanzienlijk.

2) Ontwikkelen van een gezamenlijke onderzoeksagenda (jaar 1-2)

Een tweede doel is om samen vast te stellen wat er op dit moment bekend is binnen elke vertegenwoordigde discipline, en dus wat de hiaten zijn  in onderzoek op dit specifieke domein. Deze oefening zal ons in staat stellen om een gemeenschappelijke onderzoeksagenda te ontwikkelen die nuttig zal zijn bij het coördineren van eventuele onderzoeksinspanningen in de nabije toekomst en op langere termijn.

3) Gezamenlijke kennis genereren (jaar 2-5)

Een derde belangrijke doelstelling is het gezamenlijk werken aan het genereren van de nodige empirische inzichten over het fenomeen levensmoeheid, door middel van bi- en multilaterale samenwerkingsprojecten. Het multidisciplinaire netwerk zal robuuste inzichten en een diepgaand begrip kunnen genereren met betrekking tot de aard en omvang van lijden, de tijdelijkheid, fluctuatie, de fasen in de ontwikkeling van de vermoeidheid van het leven, en de veranderbaarheid en eventuele mogelijkheden om het aan te pakken. Daartoe zien wij grote voordelen in het gezamenlijk aanvragen en uitvoeren van onderzoeksprojecten als consortium.