Project

Surveillance van coronavirussen bij het rund en het varken met nadruk op hun zoönotisch risico

Acroniem
CORUVA
Code
160U03421
Looptijd
01-08-2021 → 31-07-2024
Financiering
Federale middelen: divers
Onderzoeksdisciplines
  • Agricultural and food sciences
    • Veterinary genetics
    • Veterinary internal medicine and pathophysiology
    • Veterinary microbiology
Trefwoorden
coronavirus virologie stamtypering sequenering
 
Projectomschrijving

Het belang van bepaalde coronavirussen voor de diergeneeskunde is al lang gekend. Door de uitbraak van het “Severe Acute Respiratory Syndrome” (SARS) coronavirus-2 eind 2019 werd ook het zoonotisch belang van deze virussen benadrukt. De mens leeft zeer nauw samen met herkauwers en het varken, maar toch worden porciene en boviene coronavirussen nauwelijks opgevolgd. Om het risico van deze virussen voor dier- en volksgezondheid te kunnen inschatten, zullen we stapsgewijs te werk gaan. (i) Aan de hand van stalen van het varken, het everzwijn en het rund gaan we met behulp van virale metagenomics na welke pathogenen er in het staal aanwezig zijn zonder een voorgaande selectie te moeten maken. Op die manier zullen we een goed beeld krijgen van de incidentie van porciene en boviene coronavirussen. (ii) De virussen zullen geïsoleerd worden om ze vervolgens antigenisch te karakteriseren en hun volledige genoomsequentie te bepalen. Hierdoor kunnen we de tekorten in de databank voor porciene en boviene genoomsequenties aanvullen, recombinanten en mutanten opsporen, de verwantschap tussen coronavirussen van verschillende diersoorten bestuderen en recente stammen insluiten voor verder experimenteel onderzoek. (iii) In een derde stap zullen we aan de hand van de recent verzamelde isolaten en enkele referentiestammen het zoonotisch en pandemisch risico inschatten. Belangrijke parameters hiervoor zijn (a) de replicatie efficiëntie bij de mens en de mogelijkheid om zich tussen mensen te verspreiden, (b) de bestaande humane immuniteit en eventuele kruisbescherming tegenover porciene en boviene coronavirussen, (c) de beschikbare antivirale middelen en (d) de seroprevalentie in de dierlijke populatie. Deze studies zullen gegevens opleveren over het voorkomen en het belang van porciene en boviene coronavirussen voor mens en dier.