-
Engineering and technology
- Design theories and methods not elsewhere classified
- Manufacturing process planning
Veel bedrijven ervaren een stijgende vraag naar kleine series of zelfs unieke producten. Dit zorgt voor een grote toename aan complexiteit binnen het productieapparaat. Manuele assemblage blijft hier belangrijk omwille van zijn flexibiliteit. Assemblage taken worden echter steeds complexer en veel bedrijven proberen operatoren extra te ondersteunen. Industrie 4.0 (cyber-fysische systemen met o.a., communicatie en monitoring ) is een manier om hiermee om te gaan maar het product zelf mag echter niet vergeten worden. Operatoren gebruiken immers instructies vaak onvoldoende omdat ze vertrouwen op eigen inzicht en ervaring, en het te assembleren product in de assemblage context zelf gaan interpreteren. Dit kan tot fouten leiden in een context van kleine series en grotere productfamilies (lagere efficiëntie, toename aan kosten om dit te corrigeren). Instructies kunnen ook het gevoel van competentie en autonomie ondermijnen (twee factoren die sterk gelinkt zijn aan werkmotivatie). Dit kan leiden tot demotivatie bij deze operatoren, burn-out en absenteïsme.
Er zijn dan ook oplossingen nodig die rekening houden met de operator in assemblage. Om voornoemde problemen aan te pakken en maximaal in te spelen op de noden van de operator werd er een methodiek ontwikkeld die start vanuit productontwikkeling en de noden van de operator tijdens manuele assemblage in rekening brengt: Design for Assembly Meaning (DFAM). Dit is vooral belangrijk omdat de operator voornamelijk intuïtief op basis van de interactie met het te assembleren product of het te demonteren product de assemblage of demontage stappen bepaald. De methodiek werd ontwikkeld tijdens een doctoraat aan de UGent (Parmentier et al., 2019; 2020; 2021) en heeft als doel om producten te ontwerpen die veel intuïtiever geassembleerd kunnen worden met minder assemblage fouten, minder nood aan instructies en inspelend op de nood aan competentie en autonomie. Dit heeft heel wat voordelen voor het assemblageproces, de efficiëntie van de operator en zijn werkmotivatie. De methodiek speelt niet alleen in op de noden binnen een gewone assemblage context maar slaat ook de brug naar een industrie 4.0 assemblage context waarbij operatoren via Augmented Reality (AR) ondersteund kunnen worden en monitoring van het assemblage proces mogelijk is. Bovendien hebben de ontwikkelingen in digitale productietechnieken zoals additive manufacturing (AM) het in bepaalde contexten mogelijk gemaakt om aanpassingen te maken aan zowel componenten maar ook zeker aan jigs en fixtures in relatie tot deze componenten. Bovendien kan de methodiek ook toegepast worden op het manuele demontageproces wat in combinatie met het manuele montageproces het onderhoud, herstellen en upgraden van het product kan faciliteren, dit in relatie tot de volledige productlevenscyclus.
Binnen het Tetra project willen we deze methodiek implementeren in diverse bedrijfscontexten en op diverse producten. We wensen de bedrijfsspecifieke factoren beter te leren kennen om de methodiek in functie van deze factoren te optimaliserenalsook de impact van de methodiek in diverse bedrijfscontexten te kwantificeren. Ook willen we in het project demonstrator case(s) en opleidingstool(s) uitwerken die ontwerpers in bedrijven in staat stellen de methodiek eenvoudig en op maat te implementeren.