Een gezond vaginaal microbioom wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van alleen lactobacillen die de vagina verzuren en beschermen tegen infecties zoals HIV en humaan papillomavirus (HPV, het virus dat baarmoederhalskanker veroorzaakt). Bacteriële vaginose (BV) is een verstoring van dit gezonde vaginale microbioom waarbij lactobacillen afwezig zijn en anaerobe bacteriën zoals Gardnerella vaginalis en Atopobium vaginae overheersen. BV komt voor bij ongeveer een kwart van de vrouwen van reproductieve leeftijd in sub-Saharisch Africa en is reeds in verband gebracht met nadelige zwangerschapsuitkomsten zoals vroeggeboorte en neonatale sepsis Vroeggeboorrte is de hoofdoorzaak van neonatal sterfte wereldwijd. De exacte microbiologische determinanten die BV linken met nadelige zwangerschapsuitkomsten zijn echter niet gekend. G. vaginalis wordt beschouwd als een belangrijke pathogeen bij BV omdat het wordt aangetroffen bij bijna alle vrouwen met BV en virulentiekenmerken heeft die de symptomatologie van BV verklaren. Echter, de rol van G. vaginalis is controversieel omdat G. vaginalis ook wordt aangetroffen bij vrouwen met een gezond vaginaal microbioom. Wij hebben onlangs meer inzicht gekregen in de rol van G. vaginalis door het bestuderen van de volledige genomen van verschillende Gardnerella-stammen. We toonden aan dat G. vaginalis eigenlijk 13 verschillende soorten omvat, en dat deze soorten verschillende ziektemakende eigenschappen hebben. Drie hiervan zijn officieel gepubliceerd als nieuwe soort: G. piotii, G. leopoldii en G. swidsinskii. In dit project willen we het vaginale microbioom, inclusief de recent beschreven Gardnerella-soorten, verder bestuderen bij Afrikaanse vrouwen in relatie tot vroeggeboorte.