Het project richt zich op drie verwante kwesties in de hedendaagse semantiek: de rol van de ruimte in de semantische organisatie van taal, domeinneutrale eigenschappen van linguïstische betekenis en de hiërarchische structuur van semantische systemen. Deze kwesties worden onderzocht door middel van synchrone en diachrone studies van het Zweeds, met een bijzondere focus op voorzetsels. Binnen de synchrone studie van betekenis is een belangrijk doel het ontwikkelen en verfijnen van een semantische theorie die nauwkeurige beschrijvingen van linguïstische betekenis op een hiërarchische en domeinneutrale manier mogelijk maakt. Vanuit het diachrone perspectief onderzoekt het project de hypothese dat er twee, deels tegengestelde diachrone processen ten grondslag liggen aan veel semantische veranderingen: een innovatief proces dat uitbreiding van ruimtelijke naar niet-ruimtelijke betekenissen omvat, en een reducerend proces waarbij ruimtelijke betekenissen verloren gaan.