-
Humanities and the arts
- Classical literature
- Literatures in Greek
- Medieval literature
- Narratology
- Stylistics and textual analysis
- Study of Christianity
Verwondering is een universeel menselijke reactie op wat grootser is dan onszelf. Literatuur is van oudsher een uitgelezen bron van verwondering omdat lezen over buitenissigheden ons evenzeer kan verbluffen als ze echt ervaren. Bovendien: in de verbeelding van de lezer is alles mogelijk. In de oudheid wijdde men een integraal genre aan de wonderen der wereld: paradoxografie of ‘teksten over het onverwachte’. Na de kerstening van het Romeinse rijk doken nieuwe genres op, waaronder het uiterst populaire genre hagiografie, ‘teksten over heiligen’. Dat staat bol van mirakels, ontzagwekkende gebeurtenissen die wijzen op Gods invloed op aarde. Beide genres noemen zulke zaken 'thaumata' en 'paradoxa'. Ondanks die gelijkenissen is de evolutie van literaire wonderen bij de overgang van Grieks-Romeinse op christelijke cultuur onverkend terrein. Dit project bestudeert als eerste de relatie tussen hagiografie en paradoxografie en leest mirakels door de bril van de verwondering. Het wil aantonen dat paradoxografische thema’s een plaats hebben in Vroegbyzantijnse heiligenlevens (4e-8e eeuw), het beschrijft hun verhouding tot mirakels, en het legt met narratieve en retorische theorie een niet eerder erkende functie van het miraculeuze bloot: het creëren van een door verbeelding gevoed christelijk wereldbeeld. Zo draagt de vergelijking met paradoxografie bij aan het innoveren en uitbreiden van de studie van mirakels, en biedt ze een uniek inzicht in de cognitieve wereld van de Byzantijnen.